donderdag 22 september 2022

Over koloniale hotels en witte lakens

Over hotels in Indonesië kan ik waarschijnlijk een heel blog vol schrijven. Ten eerste is er in iedere stad op dat gebied megaveel keus. Ten tweede varieert de kwaliteit nogal. Soms denken we een goed hotel te hebben geboekt en blijkt de bar bovenin een hoerentent. Hotels in koloniale gebouwen zijn weer een ander verhaal. Neem het Grand Hotel Preanger in Bandung, een hotel op een hotspot (Jalan Asia Africa, de vroegere Grote Postweg) in een prachtig gebouw. Maar de kamers, om te huilen.












De bedden zijn in dat soort hotels wel goed, breed en met witte lakens. Dat heb ik van Frans van Alamanda geleerd: een hotelier moet witte lakens gebruiken. Maar als je de douche in zo’n koloniaal pand binnen gaat, is het even slikken. Schimmel aan de muren, putjes die je niet van dichtbij moet bekijken. Baddoeken waar je doorheen kunt kijken. Naast het bed staan kastjes met allerlei knopjes, waarschijnlijk voor de radio vroeger enzo, die nu niet meer werken. Vervangen ho maar. 




Maar ook de moderne hotels kunnen tegenvallen. In Semarang sliepen we in het Azana hotel, niet ver van de luchthaven omdat we ’s ochtends vroeg naar Bali zouden vliegen. Van buiten zag het er super uit, modern. Ook de lobby was netjes. Op de gang echter van onze etage lag een smoezelig tapijt met onbestemde vlekken. Een goede vriendin van mij gruwt hiervan, weet ik (dikke kus trouwens). Onder het hoofdkussen lagen gulings (lange kussens die Indonesiërs graag tussen de knieën duwen tijdens het slapen) die ik gelijk al in de hoek gooide. ’s Avonds gingen we nog even naar de skybar op de hoogste etage. Hooggespannen verwachtingen, want misschien konden we er een alcoholische versnapering nemen. Toen de liftdeuren opengingen, schrok ik me een hoedje. Ik zag alleen een donker gat. De feestelijke verlichting was volgens mij al een tijdje buiten werking. Alleen de lichtreclame met de naam van het hotel blinkerde op het dak. Tja, de covid-pandemie heeft goed toegeslagen in Indonesië dat daarvoor veel geld verdiende met toerisme. Zelfs de glaasjes met sap krijg je niet meer als je incheckt in een hotel. 

Ik moet eerlijk zeggen dat we ook in mooie, goede hotels hebben geslapen hoor. Het zal je niet verbazen dat Alamanda in Yogyakarta voor mij bovenaan staat. Hoewel ik ook mooie herinneringen heb aan hotel Tugu in Malang (tijdens een vorige reis). Het is niet allemaal kommer en kwel. En vergeet niet dat de prijzen van de hotels in Indonesië veel en veel lager zijn dan in Europa. We mogen eigenlijk helemaal niet klagen, want het is maandag en we zijn nog steeds op reis!  




Geen opmerkingen:

Een reactie posten