IndonesiĆ«rs zijn doorgaans niet zo open over hun wel en wee en houden zich enigszins op de vlakte als het over persoonlijke zaken gaat. Daarom verslikten we ons in de auto toen onze gids/chauffeur ons vroeg of we ook wel eens last hadden van aambeien. Het bleef stil. “Daar praten we eigenlijk niet over in Nederland”, antwoordden we.
Het onderwerp kwam ter sprake omdat ik een reclamebord langs de kant van de weg zag staan. ‘Ambeiyen? Operasi’ en een toelichting eronder. Ik moest erom lachen. Zo vaak zie je niet een bord bij een verkeerslicht staan waarop staat aangegeven wat een operatie kost om aambeien weg te halen. De gids sloeg aan op het woord dat in het Nederlands en Indonesisch hetzelfde is. “Hier hebben veel mensen last van aambeien”, verklaarde hij. “Door harde poepie krijg je daar scheurtjes. En als men bovendien veel zit, is de kans op aambeien groot. In het eten gebruiken we veel pepers en dat is dan heel pijnlijk. Hoe is dat bij jullie in Nederland? Hebben jullie er ook zoveel last van?”
Na de stilte kwam een luide lach van ons alle vier. Het is bijzonder om met elkaar te praten over de overeenkomsten en verschillen die we bij elkaar zien. Ik neem me voor om eens te gaan zitten voor een goed gesprek met deze gids, die zich vaak tussen twee werelden begeeft. Die van zijn familie, in de kampong, en die van de toeristen met wie hij vaak op stap is. Wordt vervolgd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten