dinsdag 30 juli 2024

Aanrader in de Alpi Apuane




Na een weekeinde in de stad Genua waren we toe aan natuur. Ik weet niet meer hoe we dit hotel gevonden hebben, maar we kwamen uit op hotel Pintadera in Massa. We kregen gelijk allerlei whatsapp-berichten van de eigenaar. Tips hoe we moesten rijden, welk adres we moesten gebruiken in de navigatie en of we ’s avonds daar zouden eten. 

Vanuit de stad Massa ging de weg weer slingerdeslang omhoog. Het hotel lag midden in de Alpi Apuane, een bergketen van circa 80 kilometer lang in het noorden van Toscane. Ik had er nog nooit van gehoord. In de Apuaanse Alpen is decennialang marmer gewonnen. Massa en Carrera zijn steden die volstaan met gebouwen uit de 19e eeuw van marmer. 



Afgehakte bergtoppen
Links en rechts van de autostrada daar zagen we ook vele fabrieken en terreinen vol met marmerblokken. Toen beseften we de omvang van de marmerproductie wel, maar we hadden er geen negatieve gevoelens bij. Totdat we de bergen in reden en de afgehakte bergtoppen zagen. Het leek net of er sneeuw lag bovenin maar het bleken marmergroeven te zijn. Natuurlijk moesten de mensen vroeger ergens hun broodwinning van maken. Als ik foto’s zie uit die tijd, met mannen en ezels die de marmerblokken sjouwen, draait mijn hart om. De marmergroeven zijn overigens al in de Romeinse tijd ontstaan. Volgens internet is het daarmee de oudste, nog in werking zijnde, industriële activiteit.

Op internet lees ik dat deze Alpen sinds 2000 een beschermde status hebben gekregen, omdat het uiterlijk van het berglandschap hier behoorlijk veranderde. Er zijn nog slechts enkele groeven geopend momenteel. We zagen ook onder een groeve dat daar landverschuivingen waren ontstaan. De bomen waren op een lange strook onder de marmergroeve weggevaagd en er lagen meters stenen op die open plek. Die marmerwinning doet echt wat met de omgeving en niet in positief opzicht.



Huizen te koop
Er staan in deze Alpen ook vrij veel huizen leeg en/of te koop. Naast hotel Pintadera staat ook een stenen huis te koop. Volgens de eigenaar wordt er 50.000 euro voor gevraagd. “Zijn ze gek geworden? Er is geen wateraansluiting of elektra, geen riolering.” Ik werd al wel weer enthousiast van zo’n uitdaging maar Marco is gelukkig degene met de voeten op de grond. Bovendien staat het huis niet in Indonesië, waar hij wel anders had gepiept 😊.



Wat ook opvalt, is dat bij veel huizen een stellage is gemaakt waarmee de bewoners spullen van de weg naar het huis op de berg kunnen brengen. Heel handig. Hotel Pintadera is gemakkelijk toegankelijk vanaf de weg. We konden de auto parkeren op een parkeerplaats er tegenover. Onze kamer had een raam met uitzicht over de bergen naar de zee, prachtig. We hebben op het terras gezeten met een bier en een wijn, wat brood erbij met plakken worst. 



Sardijns diner
Om half acht zaten we samen met zeven andere gasten in het restaurant dat bij het hotel hoort. De eigenaar is afkomstig van Sardinië en dat was duidelijk merkbaar aan het menu. Typisch Sardijnse gerechten, zoals wangetjes van wild zwijn in chocolade, een soort deegpakketjes gevuld met vijg en kaas. De rode wijn (…) ook uit Sardinië, gaan we thuis bestellen. Overigens bevelen ze tot nu toe in restaurants veelal witte wijn aan; het is veel te warm voor rode wijn. “Dapper”, werden we genoemd toen we toch een Barolo in Turijn bestelden. Maar als je in Turijn bent, de stad van de rode wijn, ga je geen witte wijn drinken, toch?



Hotel Pintadera is een aanrader. Je moet er ongeveer 20 minuten haarspeldbochten voor over hebben en je hebt er verder niets te doen, maar je kunt er uren om je heen kijken, zo mooi is het er. Er is geen airco, ik waarschuw maar. Wij hebben met de ramen open geslapen. ’s Nachts heb ik alleen een uil horen roepen. Helaas moesten we door, maar toen we vanmorgen wegreden, keken we elkaar en knikten. Hier komen we zeker nog eens terug.   



  

 





Borden lezen is nog knap lastig

Je kent inmiddels misschien de voorliefde van Marco om hoofdwegen te vermijden. Liever honderd haarspeldbochten dan tien kilometer rechte weg. Dat. Vandaag reisden we van Genua naar Massa, een reis van pakweg 135 kilometer. Via de autostrade ongeveer 1,5 uur. Na vijftig km rijden zag ik hem geeuwen, nog eens verzitten. “Is er geen tussenweg te vinden?” 



Op dat moment reden we ter hoogte van Cinque Terre, een Unesco gebied met vijf idyllische vissersplaatsjes die aan een berg gekleefd zitten. De weg cirkelt van de ene naar de andere plaats. Ik zag dat er een secundaire weg naast de autostrada ging vanaf Levanto. Die wilde ik nemen. Maar op kruispunten stonden opeens allerlei plaatsen genoemd die ik niet herkende. En in een ‘split second’ moet ik dan aangeven welke afslag we op de rotonde moeten nemen. 



De Tomtom gaf alleen aan hoe je weer naar de autostrada kon gaan, omkeren. Paniek. Het vervelende is ook dat hier – dat ik heb al vaker meegemaakt – de weg de ene keer dan eens wel en een volgende keer niet staat aangegeven. Opeens mis je op een bord een plaats. Als je dan doorrijdt, komt die plaats een volgende keer wel weer op de borden. Maar als je op een rotonde bent, is het wel lastig kiezen.



Alleen maar bochten
Enfin, zo reden we naar Levanto, bocht na bocht. We zijn hier met onze goede vriend Hans in juni geweest. Hebben daar overnacht en van daaruit Cinque Terre ontdekt. Ditmaal gingen we voor de stad Levanto richting La Spezia. Uiteindelijk reden we de goede weg, van de rijksweg af, richting zuiden. Maar ik had het zweet op mijn voorhoofd staan. De weg bestond alleen maar uit bochten en was heel smal. Er werd aangegeven dat je hier 90 km per uur mocht rijden, maar ik vond de 35 km die Marco reed al heel hard. 



Op een gegeven moment zagen we een aanduiding van een restaurant. We waren anderhalf uur onderweg en wel toe aan een koffie. Bij Santuario Nostra Signora di Soviore parkeerden we. Het bleek een overnachtingsplaats of stopplaats op een prachtige plek. We dronken koffie met taart onder de bomen, met uitzicht op Monterosso. We zagen de bergen waar we een maand eerder met Hans hebben afgezien, een circa 18 km lange wandel- of liever gezegd klautertocht van Levanto naar Monterosso. Ik zag het pad waarlangs we naar beneden zijn gegleden toen. En nu zaten we op een stille, prachtige plek. Het maakte niet uit of we de weg hadden gemist die we eigenlijk hadden moeten hebben. Of dat we twee uur lang onderweg zouden zijn omdat we niet via de autostrada hebben gereden. Wat telde was dat moment onder die bomen. En dat was heerlijk.

Alpine Apuane zijn beschermd
Na La Spezia zijn we gewoon weer via de autostrade gereden naar Massa. Daar moesten we van de rijksweg af. Ons volgende hotel lag midden in de Alpine Apuane, hotel Pintadera. De laatste veertig minuten was het weer bocht na bocht omhoog naar circa 700 meter. Voor het standbeeld van ‘Pope John’ was er parkeerplaats. Wat een prachtige omgeving! Je ziet hier veel marmerafgravingen, de bekende marmerplaats Carrera is dichtbij. Ik lees dat deze Alpenbergen inmiddels beschermd zijn en dat (niet overal) meer afgravingen naar marmer mag worden gedaan. Maar goed ook, want soms is het echt triest om te zien: de bergtoppen glimmen wit in de zon, niet van de sneeuw maar van het innerlijk dat ze prijsgeven na de afgravingen. 

Morgen meer over het superbe hotel Pintadera, waar een Sardijnse hotelier de scepter zwaait En hoe!      



maandag 29 juli 2024

Afscheid van Genua





Het is onze laatste avond in Genua. We waren zo kritisch over de stad en nu zouden we sentimenteel worden? Italië is gewoon een prettig land om op vakantie te gaan. Het weer is heerlijk: dit is zomer. Het is het gevoel om afscheid te nemen, verder te gaan. Het enigszins trieste gevoel heeft niet te maken met de stad. Het is de vakantie die eindig is. Want Genua is het voor ons niet. 

Het is erg om te melden, maar met de andere toeristen die hier zijn, voel ik ook geen band. Marco heeft precies hetzelfde gevoel. De toeristen die we zien of ontmoeten, zijn op zichzelf of ze hebben een aura om zich heen waar ik me niet in herken. Een ander aspect is de Ligurische keuken. Ik weet niet of het komt omdat hier misschien vaak passagiers zijn van de cruiseschepen maar ik vind het eten duurder en minder interessant. 

Gefrituurde vis
In Italiaanse restaurants kan ik genieten van de verse kruiden, de speciale bereidingswijze (kookpotjes) of de experimenten met het voedsel. In Genua heb ik geen bijzondere recepten gegeten. Gefrituurde vis, daar is weinig mee te versjtieren. Een salade van verse groenten met een olijfolie. Eigenlijk had ik hier meer visgerechten verwacht, in een stad zo dichtbij de zee.



Vanavond hebben we het weekeinde Genua echter goed afgesloten op culinair gebied dan. PEsciolino, nota bene  een restaurant dat behoort bij een Amerikaanse hotelketen, met een Michelinvermelding (wel uit 2020). Vooraf kozen we allebei een gerecht van tonijn carpaccio, dun gesneden met kersen (!) en een salade. Die salade met feta en olijven vond ik dan weer teveel erop, maar goed. Daarna een spaghetti met kreeft en cherrytomaten en (voor mij) een vissoep. Voor het eerst wilde ik ook wel een dessert en samen met de ober kwam ik uit op een tiramisu op twee verschillende manieren. Marco nam een espresso met grappa barique.

Nog een week
We zaten op een terras in een achteraf straatje, waar de lucht langzaam wat koeler werd. Het was fijn. Onze spieren doen weer pijn van het omhoog en naar beneden lopen, we voelen ons tevreden en gelukkig. En dan hebben we nog een hele week! 


zondag 28 juli 2024

In een krap badpak plonzen in zee

Het lukt ons maar niet om aan Genua te wennen. Komt het omdat we de stad hiervoor, Turijn, zo ontzettend leuk vonden? Of omdat het eigenlijk te warm is voor een bezoek aan een stad (33 graden), Genua pakt ons niet. Ik hoor Marco nooit mopperen, maar hier loopt hij foeterend een straat in. Die weliswaar steil omhoog gaat, terwijl we net in een steegje naar beneden liepen.

Genua heeft een oude binnenstad, net zoals Napels, met een wirwar van stegen. Daar omheen zijn er verschillende wijken, die ook nog eens verschillen in hoogte. Je hebt ook op een aantal plekken heerlijk ouderwetse funicolari, liftjes die je helpen het niveauverschil te overbruggen. Helaas zijn die er net niet als wij er 1 kunnen gebruiken. 

Vissersplaatsje Nervi
De eigenaar van ons hotel Actor werd enthousiast van onze vraag vanmorgen waar hij naar toe zou gaan als hij nog 1 dag in Genua zou doorbrengen. Op een plattegrond tekende hij cirkels om de wijken die we moesten gaan zien: zoals Molo, en de vissersplaatjes Boccadasse en Nervi. De trein zou ons er snel en goedkoop heen brengen. Dat werd ons doel dan voor vandaag. Inderdaad kostte een enkeltje 1,60 euro. Binnen tien minuten stopte de trein in Nervi. We liepen onder het treinviaduct door en ja hoor…zee. Italiaanse families hadden zich op deze warme zondag uitgestrekt op de rotsen rondom het plaatsje. Stranden hebben we niet gezien, oh ja, 1 met allemaal keitjes. Maar dan stonden de ligstoelen en parasols al in het gelid om te worden gehuurd. We moesten trouwens ook nog onze badkleding aantrekken. In een koffiezaak kon ik in het toilet mijn badpak aan doen. Dat heb ik voor de coronaperiode – toen Hans en ik ’s morgens vroeg regelmatig gingen zwemmen - gekocht in een automaat van het zwembad. Er was weinig keus maar ik zat toen dringend verlegen om badkleding en vond het al geweldig dat ik daar überhaupt een badpak kon kopen. Het is (na corona) eigenlijk te klein. Bovendien is het een wedstrijdpak met gekruiste banden over mijn schouders en ik moet me er elke keer inwurmen. Kun je je mij voorstellen in dat piepkleine toilet, 33 graden? Enfin, de verdere details zal ik besparen. 

Op handen en voeten

We vonden nog een stukje vrij op de rotsen vlak aan zee. Er waren wel enkele treden uitgehakt naar het water toe, maar in de loop der jaren waren die uitgesleten en superglad. In het te strakke wedstrijdzwempak ging ik op handen en voeten het water in. En ondertussen voel je gewoon dat al die Italianen naar je zitten te kijken. Maar de koele zee was heerlijk, het water ongelooflijk helder. Gelukkig kwam Marco ook even later het water in. Het deed me deugd dat ook hij zich bukte bij de gladde treden!Omdat er geen sprankje schaduw op de rotsen te vinden was, en overigens geen andere vrije plek, besloten we verder te lopen. Vanaf Nervi tot aan Genua is er een promenade langs de kust. Af en toe moet je om een haventje heen, met vissersboten. Langs die kustweg bevindt zich ook de wijk Molo in Genua. Dat werd ons volgende doel. Het was een crime om daar te komen omdat de autostrada met allerlei fly-overs het oversteken belemmert. Molo is een kleine woonwijk direct bij de marina. Vlakbij zijn ook de vroegere katoenpakhuizen waar nu dure zaken zitten die producten verkopen voor mensen met een jacht. Op een plein zagen we een standbeeld van Ghandi. Totaal misplaatst op een plek waar jachten liggen en cruiseschepen met alleen winkels en restaurants voor mensen met veel geld! We besloten een aperitief te nemen in 1 van de steegjes in de binnenstad. En die smaakte goed na acht uur onderweg in Genua! 





Over een b-weg naar Genua

We zijn weer onderweg. Het is Genua geworden. Eerst dachten we dat de afstand te ver zou zijn. Op Marco’s telefoon werd namelijk circa acht uur aangegeven als reistijd. Totdat we erachter kwamen dat de functie ‘tolwegen vermijden’ aan stond. De twee uur over de autostrada met tolheffing is echter prima. Met weemoed gaan we weg uit Turijn. Echt een aanrader!

Via de E70 rijden we langs Alessandria, waar we drie jaar geleden alweer het huwelijk van Oscar en Marta hebben bijgewoond. De stad is echter vrij modern, weten we, omdat die is gebombardeerd in WO II. We besluiten een stuk verderop koffie te drinken, op de E25 in Ovada. Er is markt en in de hoofdstraat is het gezellig druk. Het lijkt in Italië altijd alsof mensen meer tijd voor elkaar nemen: je ziet overal mensen met elkaar praten. 

Geen autostrada
Tegenover de kerk gaan we op een terras zitten en bestellen een koffie met een zoet broodje. We verbazen ons steeds weer over de lage prijs van een cappuccino (vaak 1,80 euro, een espresso 1,20 euro). Gelukkig kunnen we de auto snel terugvinden en gaan weer op weg. Marco vindt autorijden op de rijksweg geen uitdaging. Over het algemeen is de autostrada hier drie banen breed en vrij recht. Liever rijdt hij over weggetjes waarbij we tijd hebben om naar het landschap te kijken of makkelijk te stoppen. 

Vanuit Ovada gaat er ook een B-weg naar Genua en de laatste 60 kilometer gaan we dus van de autostrada af. We hebben toch tijd genoeg en zo zien we nog eens wat. Onderweg rijden we door bossen, gelijk weer door heuvels, met het raam open horen we vogels zingen en de krekels tjirpen. Heerlijk. Op de autostrada rijd je vaak door tunnels; nu gaan we weer een bergpas op. De Passo del Turchino (588 meter hoogte) is vaak de eerste beklimming voor deelnemers aan de wielerklassieker Milaan-San Remo. Ook vandaag passeren we veel wielrenners. Vlakbij Genua kruisen we de autoweg, die hoog boven ons torent. 

Oude dame met juwelen
Wanneer we Genua binnenrijden, zien we ons om heen betonnen appartementencomplexen. Niet echt mooi, het is een ratjetoe. Ook rijden we langs de haven, het zicht op de hijskranen is voor ons als stedelingen wel bekend, maar het cruiseschip is indrukwekkend dichtbij. In een interview met Ilja Leonard Pfeijffer, die in Genua woont, gaf hij aan dat Genua zich niet ‘makkelijk geeft’, je moet de stad echt leren kennen. Ook maakte hij de vergelijking met een oude dame, die nog steeds stijl heeft en met haar juwelen rinkelt. We zijn benieuwd!   


zaterdag 27 juli 2024

Filmmuseum is attractie nr.1

Op de extra dag in Turijn zijn we naar het Museo Nazionale del Cinema Mole Antonelliana gegaan. Het is 1 van de zeker veertig musea die Turijn heeft. Je kunt het zo gek niet verzinnen of er is hier een museum over: Fruit Museum, van menselijke anatomie, Juventus (natuurlijk), Nationaal Automobielmuseum (Fiat), Museum of Fantastic and Science Fiction. Het filmmuseum is populair. De eerste dag stond er een lange rij voor de deur. Ditmaal hadden we kaartjes via internet een dag vooruitbesteld.

Het Filmmuseum is ook een attractie. Het gebouw Mole Antonelliana was ooit het hoogste gebouw van Europa, vertelde de gids ons een dag eerder. Het zou een synagoge worden maar halverwege de bouw is men van inzicht veranderd. De reden vertelde de gids nou net weer niet, wel dat Turijn de bakermat is van de Italiaanse filmindustrie. 

Er is een panoramalift in Mole Antonelliana die je naar de top brengt. Daar moet je een apart kaartje voor betalen. Ik weet niet of het museum nu zo populair is voor de inhoud of voor het uitzicht over de stad. Studenten in Turijn gaan in ieder geval uit bijgeloof niet met de panoramalift mee omdat ze anders hun diploma niet zouden halen.  

Interactief museum
Het is zeker een aantrekkelijk museum, heel interactief. We hebben ook veel kinderen gezien die huppelend naar de volgende presentatie gingen. Je krijgt als bezoeker eerst een beeld van hoe cinema is ontstaan met uitleg en door veel apparaten te laten zien en daarna het resultaat (een bewegend beeld). Als je deze route hebt gevolgd en ook scenes uit eerste films hebt gezien, zoals van de broers Lumiere, kom je in een grote, donkere, ronde hal. Een lange trap cirkelt naar boven. Beneden kun je een route lopen door verschillende kamers, zoals horror, vals/echt, westerns. Ook kun je een VR-film gaan zien, maar daar stond een rij te wachten om naar binnen te gaan. 

Nep pistool

De trap voert langs posters van bekende films en op de balustrade naast je zijn vitrines bevestigd waarin rekwisieten van die films tentoongesteld worden. De pistolen uit Men in Black zien er dichtbij heel nep uit. Maar ook het petje van Forrest Gump is er te zien, het masker van Darth Vader, The Hand uit Addams Family en het winnende kaartje van Willy Wonka. Heel interessant. 

Volgens Marco was het wel alsof het museum uit twee delen bestaat: eerst de techniek en de ontwikkeling en daarna de promotiekant van de filmindustrie. Ik vond het minder geslaagd om bovenin de nok weer op die smalle trap naar beneden te moeten, langs de kant waarin je diepte in keek. Daar zou de museumdirectie iets anders op moeten verzinnen, zodat je maar van 1 kant de trap kunt gebruiken. 

In de winkel van het museum heb ik gekeken of er nog een leuk gadget was voor mijn collega Saskia, die filmhistoricus is, zo stond ze pas omschreven bij een lezing, dus dat neem ik maar over 😊. Helaas waren de boeken te dik, in het Italiaans en er lagen welgeteld vier posters van overigens onbekende films. Sorry!

Dit Filmmuseum is zeker een bezoek waar, sowieso is dit gebouw mooi om van dichtbij te bekijken. Bovendien kom je dan gelijk in een leuke wijk van de stad met leuke winkeltjes, terrassen en restaurantjes. Universiteit in de buurt, dan weet je het wel. 






De rest van onze ‘vrije’ dag hebben we geluierd in het park van het koninklijk paleis van de familie Savoye. Daar hebben we ook onze volgende bestemming uitgestippeld. Maar daarover later meer.   

vrijdag 26 juli 2024

De zeven geheimen van Turijn



Wat is Turijn verrassend. De stad staat vol met paleizen (22), grote pleinen, musea (circa 40), terrassen en restaurants waar je heerlijk kunt eten. Wat Milaan is voor liefhebbers van mode, is Turijn voor ‘foodies’. We gingen hier zelfs weer een dagmenu als lunch nemen en dan ’s avonds nog eens warm eten. In de stad liepen we van plein naar plein en van paleis naar paleis. We besloten de volgende dag met een gids op pad te gaan omdat we ook benieuwd waren naar het verhaal erbij en dan schiet de info op een mobiel tekort.

Na wat zoeken op internet kwamen we uit bij Freetour.com. Die site zag er goed uit en het initiatief werd charmant gebracht. Er werd vooraf geen bedrag vastgesteld; na afloop mocht je de gids geven wat je de wandeling waard vond. Om 11 uur die ochtend zou de gids met een gele paraplu (dat element was dan wel weer ouderwets, vind ik) op een plein staan. Mateo heette hij, overigens een Spanjaard die geschiedenis had gestudeerd, gereisd en hier nu woonde. Hij was goed.

Niet roeren in bicerin
De twee uur durende wandeling zou gaan om zeven geheimen van Turijn. Een interessante rode draad. We hoorden over het huis Savoye dat hier eeuwenlang heeft geregeerd en aan de basis heeft gestaan van de eenwording van Italië. Matteo gaf ook tips, bijvoorbeeld hoe je bicerin moet drinken. Een traditionele warme drank in Turijn met espresso, chocolademelk en room, waarin je niet mag roeren. Dat is hier eenzelfde doodzonde als spaghetti doorsnijden. We zagen die middag twee toeristen het drankje bestellen en ja hoor… roeren in het glas. De serveerster reageerde als door een wesp gestoken haha.

Natuurlijk hebben we tijdens deze wandeling met gids nog maar een tipje van de sluier gezien van Turijn. Het is immers de vierde grote stad van Italië met meer dan een miljoen inwoners. Bijzonder vond ik om (een kopie van) de veronderstelde lijkwade van Christus te zien in de basiliek, die gratis toegankelijk is. Ook weten we nu dat we de vinger van Columbus moeten aanraken om nog eens terug te keren, dat we als een echte Turino op de ballen van de bronzen stier voor de deur van Caffè Torino moeten gaan staan met onze linkervoet en dat de stier als symbool van de stad eigenlijk verkeerd is gekozen door Caesar. De mensen hier noemden zich destijds het volk van Taurus, dat betekende in hun Keltische taal berg, bergvolk dus. Julius Caesar dacht dat ze de stier bedoelden en zo komt het dat de Turijnse vlag, het Turijnse schild een stier in het midden hebben in plaats van een berg. Grappig hè?


Schitterend uitzicht
Het was een heel leuke wandeling met ook leuke andere deelnemers, die we daarna in de stad regelmatig tegenkwamen. ’s Middags hebben we een tip van Mateo opgevolgd. 



Aan het einde van de Via Po moesten we de rivier de Po oversteken en dan omhoog lopen naar de kerk di Santa Maria del Monte dei Cappuccini. Vandaar heb je een schitterend uitzicht over de stad. We hebben de extra kilometers maar gelopen en weer eens een berg op geklommen en inderdaad genoten van het zicht.

De stad is echt bijzonder en mooi. En die geheimen van Turijn moet je zelf maar eens komen ontdekken. Wij blijven nog een dag extra!


donderdag 25 juli 2024

Stad van vermouth


We zijn gearriveerd in Turijn, de stad van de chocolade en van vermouth. En laat ik nu beide lekker vinden. Het schijnt dat hier rond 1800 een aantal ondernemingen zijn gestart met de productie van dit bittere aperitief, zoals Carpano en Martini. In Schiedam kijken ze me soms vreemd aan als ik een vermouth met ijs bestel. Voor zover ik weet, hebben alleen de uitbaters van restaurant Oniria en brasserie De Eenling vermouth in hun collectie. Marnix heeft zelfs verschillende merken in zijn bar staan.

Pure chocolade erbij
In Turijn, de bakermat van de vermouth, moet een glaasje geen enkel probleem zijn, dacht ik. Zo kozen we gisteren aan het einde van de dag een leuk terras uit in hartje Turijn. Een serveerster van pakweg zestien jaar hielp ons. “Wàt wilt u drinken? Dat hebben we niet.” Ik zei vervolgens iets in de orde van ‘Nu breekt mijn klomp’ in het Engels tegen haar. Zij vroeg een oudere collega erbij. Hij somde vervolgens allerlei soorten vermouth op. Ik heb het aan hem gelaten om een keus te maken want de merken zeiden mij niets. Op de rekening later zag ik dat het een ‘Bèrto’ betrof. Ik kreeg er ook twee stukjes pure chocolade bij en een schijfje gedroogde sinaasappel. Het biertje van Marco stak er maar schraal bij af.

Fles Bobby’s

Binnen in de bar stonden de flessen op een rijtje. Aan de muur hingen oude reclameposters van vermouth. Opeens ontdekten we daar ook een fles Bobby’s Gin (naast een fles Bols jenever!). Gek is het dat we ons dan trots voelen. Een gin uit Schiedam staat tussen alle wereldmerken in de vierde stad van Italië. Bij een inspirerende lezing onlangs van Jennifer de Jong, exportmanager bij Bobby’s Gin, vertelde zij dat het merk inmiddels in meer dan 45 landen verkrijgbaar is. Ik denk dat de serveerster daar geen toelichting voor hoeft. Een gin tonic is ‘in’; vermouth drinken alleen viefe reizigers waarschijnlijk. Ik probeer het vanavond weer!

woensdag 24 juli 2024

Wandelen op de Sentiero Azzuro

Vanuit ons hotelraam hebben we zicht op de berg Mont’Orfano (794 m) bij Mergozzo. Deze ochtend ga ik niet hardlopen. We willen vandaag de wandeltocht rondom deze berg lopen van 4,5 uur. Ik haal bij het toeristenkantoor een goede wandelkaart. De dame geeft aan dat dit pad heel mooi is. Zij adviseert goede bergschoenen omdat het pad soms alleen over rotsen gaat. Na haar blik op mijn sandalen vertel ik dat ik met deze schoenen al over allerlei paden ben gegaan. Dat moet lukken.



Uitkijkpunt
Om een uur of tien slaan we het pad in achter ons favoriete restaurant in Mergozzo, Freelance. We moeten al gelijk bergopwaarts, dat belooft wat. We volgen eerst de Sentiero Azzurro A56, die langs het Lago di Mergozzo voert. En langs een dorpje met een fraaie Romaanse kerk. Na anderhalf uur bereiken we een uitkijkpunt waar we zicht hebben op de camping tegenover het dorp, met een golfbaan ernaast, zien we nu. Ook zien we Lago Maggiore liggen. 



Graniet
In het begin kwamen we nog een enkele wandelaar tegen, maar nu lopen we al een tijd alleen in het bos. We snappen waarom er uit dit gebied zoveel graniet wordt gewonnen; overal liggen rotsblokken. Het pad is aangegeven met een rood/wit signaal. Soms is het echt zoeken waar je heen moet, want over een echt pad kun je niet meer spreken. We klauteren van rotsblok naar rotsblok en zijn blij als we weer een rots zien met rode en witte verfstreken. We gaan goed!

Om een uur of half 1 treffen we een bankje aan, in de schaduw zelfs. Een salamander maakt zich snel uit de voeten als we erop ploffen. Gelukkig heb ik nog een half broodje bresaola en een appel in mijn rugzak, die we delen. Het water sparen we voor de rest van de tocht. Twee jongemannen lopen voorbij (in mijn ogen huppelden ze bijna, zo vitaal kwamen ze voorbij, zucht). We wachten nog even en genieten van de omgeving. Als we de weg vervolgen, zijn we stram, stijf en chagrijnig. Na twintig minuten komen de jongemannen terug op ons pad. We vragen of we wel goed zitten, of het pad door gaat. “Ja hoor, dit is het pad, maar het blijft alleen maar rotsen onderweg. Wij gaan terug.” We kijken elkaar aan: tuurlijk gaan wij door, wij komen uit Schiedam-Oost.



Ezelweg
Op 600 meter hoogte moeten we de aansluiting zien te vinden met A58. In het toeristenkantoor was gezegd dat dit stond aangegeven. We zien een oud reclamebord bovenop de berg, maar een aanwijzing, ho maar. Wel is hier het pad goed zichtbaar, we lopen weer tussen de bomen, bijna op vlak terrein. Daar zien we een rood/wit signaal, de A58. Regelmatig staat er een bord met een toelichting in Italiaans, Engels en Duits. We lezen dat de steenhouwers vroeger hier het graniet met ezels naar beneden brachten of ook zelf sjouwden. Er staan zwart-wit foto’s bij van vroeg-oude mannen, lachend bij reusachtige blokken graniet. Er is inderdaad nog een stenen weg, heel steil. Te steil voor wandelaars blijkbaar want ons pad voert ernaast.

Een bord geeft aan dat we nog 1.20 minuut verwijderd zijn van de finish. Net op tijd zien we dat er een rood/wit signaal rechts op een rots staat; naar links gaat het pad naar het dorp Brusco. Wel focus houden, M&M. De laatste kilometers lopen we over een pad van hooguit dertig centimeter breed, slingerend naar beneden. We hadden deze wandeling niet willen missen maar we hebben nu wel erg veel zin in een terras. Om drie uur strijken we neer bij Freelance. De serveerster komt met de kaart maar wij weten al anderhalf uur geleden wat we willen drinken: twee flessen mineraalwater plat en bruisend, een groot glas bier, twee lemon soda’s. Geen blaren, wel twee gezichten bezweet, rood en tevreden.




Dan is het echt vakantie

Vanuit Trentino besloten we de linker noordkant van Italië op te zoeken, richting Zwitserse grens. Onze eerste zomervakantie samen destijds was naar deze streek. We reden ook nu weer naar het plaatsje Mergozzo, aan het gelijknamige meer. Het hotel waar we toen sliepen, had nog een kamer vrij. Een sentimental journey!

Bij Verona lieten we ook gelijk de bergen achter ons. Heel bijzonder, zo rij je nog op bergpassen en zie je om je heen boerderijen tegen heuvelflanken aan kleven en heel veel appel- en wijngaarden. Opeens rij je in een landschap dat zo vlak is dat het je aan thuis doet denken. Rondom Milaan zijn er ook veel bedrijven langs de rijksweg en industrie. Dan slaan we de A4 en A8 af bij Varese en zitten we tussen de heuvels! We zien de schitteringen van het Lago Maggiore, de parasols van de campings erlangs. Maar de A26 voert voornamelijk door tunnels. Ik geloof dat we er acht achter elkaar hadden met ongeveer vier meter ertussen. Ik was op zoek naar de tussenweg 33 die onderaan langs het meer gaat, maar die afslag hebben we gemist.

EK voetbal 2012
Het meer van Mergozzo ligt naast het Lago Maggiore. Een klein stukje vlak land scheidt beide meren. Van de vorige keer kan ik me herinneren dat het koud water was. En we hebben daar ’s avonds gekeken naar een wedstrijd van de Europese kampioenschappen voetbal 2012, ik dacht Engeland-Italië. In het hotel hadden we een kamer met uitzicht op het meer. Waarschijnlijk hebben we hier maar 1 nacht overnacht, want veel staat me niet meer bij. 



Cinque Terre
Het plaatsje Mergozzo ligt nog net zo idyllisch aan de baai, het zou zo een zesde stadje van Cinque Terre kunnen zijn. Langs het water zijn enkele terrasjes/restaurants. Een flinke heuvel zorgt ’s middags voor schaduw. Maar over die heuvel later meer! Ik verheug me erop hier te gaan zwemmen, want dan is het echt vakantie. Ons hotel heeft een piepklein privéstrand maar ik zie geen ligbedden in de schaduw vrij. We lopen een stukje verder, naar een openbaar strand. Hier leggen we ons baddoekje neer en plonzen in het meer. Heerlijk!  



maandag 22 juli 2024

Gemiste kans van agritur

Op zoek naar een hotel in Trente of Trentino kwamen we uit op de agritur 8 Grappoli. In de omschrijving van de boekingssite werd aangegeven dat het hier een wijngoed betrof met enkele kamers, duurzaam van opzet. Benieuwd!



De toegang tot de agritur was mooi. Een piepklein weggetje met aan weerszijden oude boerderijen leidde tot een groot houten gebouw, midden tussen de wijnranken. Er was een tuin voor het gebouw met ligstoelen en een hangmat. We zagen ons daar ’s avonds al zitten, Marco met zijn ene sigaar die hij nog steeds in zijn tas bewaart tot een goed moment en met een glas wijn in onze handen. De toegangspas tot de kamer werkte niet. Je hoorde het slot reageren, maar hoe hard we ook duwden, de deur van kamer Rose bleef dicht. Dan maar de boer gebeld. Ik weet niet waar hij aan het werk was maar het duurde niet lang eer hij met een gewone sleutel opdaagde. Even snel was hij weer weg. Ik had hem nog wel wat vragen willen stellen.

Ikea-modern
De kamer was ruim en Ikea-modern. Er stond een fles water, twee kleine stukjes chocolade en een waterkoker en je kon gescheiden afval aanbieden. De vloeibare zeep in de douche rook naar lavendel. Zul je altijd zien, wilde ik hier mijn haren wassen en was er alleen handzeep. Er was geen televisie, al hebben we die tot nu toe nauwelijks of niet aangedaan. Na het eten ’s avonds duiken we tevreden maar vermoeid ons bed in na al die wandeltochten van ons.

Ik miste in de kamer een map met informatie over het wijngoed, over de streek, over de missie van deze agritur. Ook zou ik enkele kleine proefflesjes neerzetten voor de gasten met een wervende prijslijst erbij. Wel hingen er mooie foto’s van allerlei rozen in de kamer. Ik ben die middag inderdaad in een ligstoel gaan liggen met een goed boek erbij. Dat was heerlijk. Er was helaas geen wijn; wel bleek ik later vol muggenbeten te zitten op mijn benen die in het gras bungelden.



Zoet of zout ontbijt
In de directe omgeving was een goed restaurant La Cantina, waar gasten tien procent korting kregen. Marco vond het eten zo goed dat hij de korting heeft geweigerd 😊. Al met al zaten er dus wel goede kanten aan dit verblijf. Om over het ontbijt nog maar te zwijgen met de keus uit zoet (taartjes, koek, yoghurt met muesli, brood, jam en honing) of zout (kaas, salami, yoghurt, brood en honing). Bij mij beklijft echter het gevoel van een gemiste kans. Zo werd de vloer ’s avonds nat. Marco had ergens gelezen dat er een koelsysteem onder de vloer zat. Misschien moest de tuindeur open of juist niet om die nattigheid te voorkomen? We wisten het niet. 

Toen we na twee overnachtingen afrekenden, zag ik bij de kassa een prijslijst staan en een opsomming van producten, zoals wijn, honing, honingpollen. Tjeetje, dat had ik veel eerder willen weten! Op de website las ik dat hier al vier generaties actief waren op dit wijngoed. Had daar nou een mooi verhaal over gemaakt en in die map in de kamer gestopt! Nee, dan doen Nina en Faldy het qua marketing veel beter met Mama’s Homestay. Heb je wel eens gekeken op hun website trouwens? Trotse (schoon)moeder, sorry.    


 


zondag 21 juli 2024

Ik blijf nog even..

De stad Meran of Merano is ons goed bevallen. Het centrum is redelijk klein, dus goed te belopen, de straten zijn schoon en de mensen zijn heel relaxt. Wat we niet wisten, is dat zeventig procent van de inwoners Duitstalig is. Je hoort echt heel weinig mensen Italiaans spreken. Nu spreek ik alleen horeca-Italiaans, zal ik maar zeggen, en is mijn Duits redelijk. Marco plaagde me in Meran dan ook met mijn geografische afkomst. Afgelopen jaar heb ik namelijk een DNA-test gedaan. Ik heb veel affiniteit met mediterrane landen (mijn temperament) en met het Oosten, zoals Indonesië, en mijn kinderen zeiden wel eens tegen mij dat ik meer Indo ben dan Marco 😊. Nou mooi niet.

Mijn roots...
De test gaf aan dat mijn roots liggen in Duitsland, Noord-Frankrijk, Oostenrijk en een klein stukje van Noorwegen. Het was maar een heel beperkt deel op de wereldkaart, wat de DNA-test liet zien. Zou het een genetische oorsprong hebben dat ik seizoenen altijd erg fijn vind, dat ik hou van skivakanties in Oostenrijk, van hotelkamers met veel grenen. In een restaurant langs de Rijn aten we ook heerlijk: wild met kort gekookte spruiten met spekjes en ui en schnitzel (Marco natuurlijk). Een droge Weisser Burgunder erbij. Het heeft ook vier dagen geduurd eer we Duitsland achter ons lieten, terwijl we maar 1 overnachting zouden doen!


Ach, volgens mij zijn er ooit veel mensen uit Lombardije naar Schiedam gekomen voor werk. En in die streek zitten we nu vlakbij. Want eigenlijk voel ik me hier ook thuis. Ik denk dat ik nog maar even blijf… 

Zigzaggen over bergpassen


We zijn nu zes dagen onderweg. Na overnachtingen langs de Rijn (St. Goar), Isny im Allgau zijn we over de Brennerpas Italië ingereden naar Meran of Merano. Een stad die eind 1800 behoorde tot het Habsburgse keizerrijk, waar de adel kwam voor kuren en schone lucht en dat na de Eerste Wereldoorlog weer tot Italië behoorde en in de vergetelheid terecht kwam. De meeste inwoners spreken nog Duits en Marco kon in het restaurant gewoon een schnitzel bestellen. We liepen in Meran de Sissi-weg, al vraag ik me af of de keizerin deze landweg van circa twee kilometer zelf lopend aflegde. Na een paar dagen bewolking was het inmiddels zonnig en 37 graden. Het weerhield ons er niet van om ook de Tappeiner promenade te lopen: een weggetje dat langs de heuvelflank boven de stad voert en prachtige uitzichten biedt over de Dolomieten. Kortom, we hebben genoten.






Over de Mendelpas

Vanuit Meran zijn we vandaag naar Trente gereden, of Trentino, een reis van pakweg 85 kilometer. Maar niet als je over de Mendelpas gaat. We mijden vaak de snelweg als dat maar even kan. Zo gingen we haarspeldbocht na haarspeldbocht naar boven (1300 meter) om daar om de bergflanken te zigzaggen. Prachtig! 


We logeren deze twee dagen in een agriturismo bij een jonge boer die wijngaarden heeft en op zijn land ook een complex met zeven appartementen. Er is geen televisie in de kamer en de handzeep ruikt naar lavendel. Wel hebben we toegang tot een tuin met ligstoelen en een hangmat. Er is hier geen bidet wat ik altijd zo fijn vind in mediterrane landen, maar het toilet heeft wel een handdouche. Toen ik die wilde proberen, terwijl de beschrijving achter me op de muur hing en ik mijn nek zat te verrekken om die te lezen, spoot het water in mijn ogen. Ik ben benieuwd hoe wij dat agriturismo vinden na alle voordelen van de luxehotels waar we tot nu toe logeerden.

Morgenochtend wil ik eerst gaan hardlopen. Deze vakantie ben ik weer begonnen. Twee jaar geleden ben ik gestopt nadat mijn vriendin een hersenbloeding had gekregen (niet tijdens het hardlopen). Zij is gelukkig weer hersteld maar het hardlopen trekt haar niet meer. En alleen vind ik er niks aan; bij de brievenbus na honderd meter ben ik al buiten adem. Terwijl wij samen zeker dertig jaar allerlei wedstrijden en ook een marathon hebben gelopen. Ditmaal had ik bewust mijn hardloopschoenen ingepakt. In Isny liep ik van de week om zeven uur zo een bos in, onderweg genietend van de natuur om me heen. En de volgende morgen weer. Misschien was het al met al te veel opeens, zeker omdat we overdag nog eens circa 17 kilometer per dag (bergop- en afwaarts) liepen. Twee dagen ‘rust’ moet voldoen, toch?