Voormalige kloosters, paleizen en kastelen zijn in Spanje omgevormd tot paradores, hotels van klasse. Ons volgende reisdoel is Cangas del Narcea, in Asturië, en laat daar nu net een parador zijn. De kamers zijn wel iets duurder dan die in een hotel, maar dan heb je ook wat. Vooral deze parador schijnt befaamd te zijn. Door de enorme afmetingen van dit klooster heeft het de bijnaam ‘Escorial van Asturië’, vernoemd naar het immense complex nabij Madrid. We boeken via de organisatie waarvan Marco voor vertrek lid van is geworden, als Amigos de paradores!
Lidmaatschap kost niets overigens, wel krijg je korting bij het boeken van een kamer. In een parador krijgen we bij aankomst tot nu toe ook steeds een welkomstdrankje aangeboden. Het loont dus wel om lid te worden. Er zijn voor deze parador trouwens verschillende aanbiedingen. Als je een kamer boekt voor twee nachten als 55-plusser, krijg je de meeste korting. Ach, we blijven Nederlanders.
Het hotel valt niet tegen, integendeel. Binnen heb je er geen idee van dat het buiten 27 graden is en dat de zon schijnt, zo dik zijn de muren. De receptioniste laat ons kamers zien. Bij de eerste komen eerst in een soort huiskamer, het slaapgedeelte is een vertrek verderop. Twee grote ramen bieden uitzicht op de bergen. Bij de tweede kamer lopen we gelijk tegen de aparte bedden op. Hoewel we daar minder van gecharmeerd zijn kiezen we toch voor de laatste optie, die ongeveer de helft kost van de eerste kamer. We willen nog ruim een week blijven in Spanje.
De valkuil is dat je eigenlijk nooit eerst een ruimere, luxere kamer moet zien. Als we later ingecheckt zijn en onze bagage in de kamer hebben gezet, vind ik het een super kamer. Twee keer zo groot als normaal (35 vierkante meter), koel en rustig. Dan moeten we ontzettend om onszelf lachen. In de douche zijn beugels rondom het toilet. Er is een inloopdouche met een stoeltje. De telefoon heeft gigantische cijfers als toetsen. In de kledingkasten zit een ingenieus systeem zodat je niet hoeft te rekken naar een kledingstuk dat je hebt opgehangen. En ik hoop dat ik vanavond niet op de rode knop druk die er waarschijnlijk is om hulptroepen in te roepen als je wat overkomt in de douche. Marco foetert dat het de laatste keer is dat we een 55-plus-aanbieding nemen.
De parador bevindt zich zo’n drie kilometer van het stadje Cangas del Narcea. Dus vanavond eten we binnen de muren van het klooster. Het restaurant schijnt een Asturische keuken te bieden, dus volgende keer meer hierover, Hans!
We hebben de verschillende wandelingen die je hier kunt maken, net bekeken en er 1 uitgezocht voor morgen. Vandaag verkennen we het stadje dat enigszins verwaarloosd overkomt. Veel zaken staan leeg of te koop. Volgens ons zouden ze veel meer toeristen kunnen aantrekken. Het gebied is prachtig, er zijn verschillende wandelingen te maken met een diverse moeilijkheidsgraad. Vlakbij is een nationaal park waar per dag slechts twintig bezoekers worden toegelaten. In dat park leeft de grootste populatie bruine beren (van Europa?). Maar er omheen, zoals in dit dorp, zijn talloze andere wandelingen te maken. De omgeving is groen, heuvelachtig met prachtige uitzichten en vaak de rivier Narcea kabbelend naast je, de habitat van forellen, kikkers en otters. Ik verheug me op de wandeling van morgen. We kiezen de SL.AS 19 van Corias naar El Puelu van 13 km heen en terug.
Vandaag hebben we onbedoeld al de wandeling ‘Paseo del vino’ gemaakt. Omdat het nog vroeg is en we pas na twee uur kunnen inchecken, bezoeken we eerst het Museo del Vino de Cangas. Het museum is gebouwd in de vorm van een mand, maar dat zie ik er niet in terug. Wel is het nieuw en volgens het bord bij de ingang dankzij veel subsidies gerealiseerd. De receptioniste vertelt dat de toelichting alleen in het Spaans is, dus daarom mogen we gratis naar binnen. Binnen treffen we inderdaad vooral tekstborden aan, mijn hemel wat een uitleg.
We zien een ouder echtpaar (opa en oma?) dat met een jongetje de tour doet. Dat is goed gedaan, ik hoor het ventje de hele tijd praten terwijl hij met een boekje in zijn hand door het museum loopt. Ik vind het opmerkelijk dat er niet zo heel veel te vertellen is, terwijl er wel een prachtige museumtour omheen is gemaakt. Wij hebben in Schiedam, vind ik, juist veel te vertellen qua historie en feiten maar we doen er nog te weinig mee. (Neem nou de molens: dat zijn de hoogste molens ter wereld, maar wat doen we ermee? Kijk maar eens op internet op ‘molens’ of op wikipedia, je vindt niet veel over Schiedam terug).
Na afloop van de tour door het museum raken we in gesprek met de receptioniste, Ana. Ze laat ons het museum zien dat tot een paar jaar geleden in gebruik was. Het is een schuur van pakweg negen bij vijf meter met allerhande, authentieke apparatuur dat gebruikt wordt bij het maken van wijn. Als dat voor kort het museum was! De upgrade die het museum heeft gekregen, is een groot succes voor de bestuurders ervan. Daar kunnen wij in Schiedam veel van leren hoe we Europese subsidies kunnen binnenhalen.
Deze wijngaard in Cangas is de kleinste in Spanje die een wijn produceert met een DOC-vermelding. We kopen een fles voor zestien euro en de wijn is inderdaad lekker. Maar tot nu toe drinken we hier goede wijn voor een schijntje. Ana licht de diverse wijnen die hier worden gemaakt, uitgebreid toe. Ze spreekt goed Engels, al verontschuldigt zij zich. “De meeste bezoekers zijn Spanjaarden, dus ik kan weinig oefenen.” Op de vraag hoe het is om in Asturië jong te zijn, glimlacht ze. “Het is moeilijk om werk te vinden. Tot de jaren negentig zorgde de mijnindustrie voor werkgelegenheid. Maar de laatste mijn is ongeveer tien jaar geleden gesloten. Gelukkig is er in Cangas del Narcea werk door de aanwezigheid van een ziekenhuis en heeft de stad een functie op het gebied van regionaal bestuur. Maar veel jongeren streven een carrière na en trekken daarom naar de grotere steden. Het is een probleem.”
Ana vertelt niet alleen enthousiast over de wijngaard maar ook over een ‘charming’ wandelroute. Wanneer we hartelijk afscheid nemen van elkaar, slaan we het pad in dat zij heeft aangewezen. Hoewel we vandaag een museumbezoek op de agenda hadden staan en geen wandeling, tuinen we er toch weer in. We gaan op weg. De Paseo del Vino is tenslotte maar 1,6 kilometer lang met een niveauverschil van 65 meter, een makkie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten