De klok van de kathedraal in Oviedo maakt ons wakker. Niet helemaal gek want ons huidige hotel bevindt zich pal aan de overkant ervan. We zijn vanuit de bergen noordwaarts gereden, maar dit is nog steeds de provincie Asturië. Een prachtig gebied: met bergen dus, heuvels, veel bos, aan de kust schitterende zandstranden, nog niet toeristisch en met een rijke geschiedenis.
Koning Pelayo staat trouwens stoer afgebeeld bij de uitgang van de kathedraal. Hij is de enige Asturische koning in de rij beelden die geen harnas draagt. Maar misschien was een bedekking van bont (zo ziet zijn rok eruit) wel mode in de 8ste eeuw. Dat lees ik dan weer nergens 😊.
Behalve de kathedraal zijn er in Oviedo talloze bijzondere gebouwen. Tijdens een wandeling door de binnenstad wijzen we elkaar steeds op een ander mooi pand. Er is een pittoresk wijkje, El Fontån, een overblijfsel van stadsvernieuwing aan het begin van de 19e eeuw. De huizen zijn gebouwd in een rechthoek om een binnenplaats. Via vier poorten kun je deze oase van rust bereiken.
Dan heb ik een ander doel voor ogen. Er schijnt een uitgebreid ‘centro commercial’, winkelcentrum, te zijn. Tot nu toe liepen we steeds langs dichte winkels in de steden. De ene keer was het zondag en de zondagsrust wordt hier nog in ere gehouden. De andere keer was het lunchpauze. Van pakweg half twee tot half vijf zit echt alles op slot; behalve de restaurants en cafés dan. In Oviedo wilde ik winkelen. Ik vroeg de weg aan een dame die met haar zoon, denk ik, langs liep. Ze hadden geen idee wat ik bedoelde met centro commercial. Toen we later door de winkelstraten zwierven, een soort Lijnbaan/Coolsingel, snapte ik de omschrijving op de plattegrond ook niet. De dame en haar zoon bekeken de plattegrond en wezen aan waar we ons op dat moment bevonden. We moesten die kant maar op gaan, vonden ze beiden. Heel behulpzaam en ontzettend aardig, vind ik de mensen in deze streek.
In restaurants verontschuldigen medewerkers zich vaak dat ze geen Engels spreken. Vervolgens leggen ze geduldig uit wat de gerechten op de kaart zijn. Doordat we elkaar soms niet begrijpen, gebeurt het dat ik bloedworst met bonen voorgeschoteld krijg. Of Marco een iel bleek kippetje op haar rug. Zo leren we allerlei Asturische specialiteiten kennen. Gisteren dacht ik een lichte lunch te nemen met een salade maar er kwam een wagenwiel van een bord aan met groenten! Het is wel allemaal heerlijk.
Ik had verder eens in een etalage vermouth uit de streek zien staan. Op een terras gisteravond bestelde ik dat dus. De ober keek me niet begrijpend aan, ook nadat ik het vier keer had gezegd met verschillende klemtoon. Hij haalde zijn telefoon tevoorschijn en opende een vertaalapp waarna ik het drankje intypte. “Oh, Bermut!” Verhip, vergeten: de ‘v’ spreek je hier uit als de ‘b’. Lachend bracht hij even later de drankjes in tinkelend ijs. We blijven nog even hoor!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten