Het is bewolkt in Bilbao. De bergen, die de stad aan alle kanten omlijsten, zijn gehuld in wolken. Het is een prachtig decor van een bijzondere stad. Op deze zondagmorgen is het druk op straat. Bij een kerk gaan de deuren open, de bezoekers stromen naar buiten. Op hun paasbest gekleed. Het wordt druk op de terrassen. Het lijkt hier in Noord-Spanje toch of mensen vooral buiten leven. Het lijkt ook wel alsof iedereen de hele tijd aan het eten is. Dat maakt hongerig.
Die ochtend hebben we door de stad gezworven, zo’n 14 kilometer gelopen en onze ogen uitgekeken in deze levendige stad. We hebben ook trek. We besluiten naar de buitenwijk terug te gaan waar ons hotel (www.pensionzeus.com) is en waar we eerder een leuk lunchadres hebben gezien. Na twee dagen hebben we inmiddels door dat Spanjaarden uitgebreid lunchen tussen half twee en vier uur, om dan pas weer om negen of tien uur ’s avonds te dineren. In die tussenliggende periode is er een siĆ«sta. In de Europese Unie is er weerstand tegen het feit dat het werk in Spanje stilligt in de middaguren, maar ik snap het nu wel. Na een drie gangen lunch, vergezeld van een Spaans wijntje is het heerlijk slapen.
Eigenlijk zijn alle tafels bezet in restaurant Itxaso in de wijk Barakaldo in het noordwesten van Bilbao, maar twee dames zien onze teleurstelling en maken gelijk plaats voor ons. “Wij wilden toch afrekenen.” De tafels binnen en buiten zijn allemaal bezet: een man alleen, families, een ouder echtpaar met een schuchtere man van middelbare leeftijd, van wie wij al fantaserend vermoeden dat hij de zoon is die nog steeds bij zijn ouders woont. Wij zijn de enige toeristen. “I don’t speak English, sorry”, excuseert de eigenaar zich terwijl hij met de menukaart zwaait. Voor negentien euro krijg je hier een driegangenmenu, met een fles wijn, water en brood. Bij elke gang kunnen we kiezen uit vier gerechten. De woorden zeggen me niets; ik spreek nauwelijks Spaans maar het Baskisch is voor mij echt onbegrijpelijk. We kiezen op goed geluk. Marco herkent het woord ‘entrecote’ bij de tweede gang en ik vraag naar ‘vis’.Als voorgerecht krijgen we met garnaaltjes gevulde artisjokken en een eimengsel met ham. Gevolgd door een heerlijke gebakken vis met een aardappelsalade en de entrecote met gebakken aardappels en paprika. Bij het nagerecht vraag ik wat de eigenaar zou kiezen en dat blijkt uiteindelijk een soort stevig geslagen slagroom te zijn met citroen erin verwerkt. Marco knikte instemmend toen hij het woord ‘flan’ hoorde en dat gerecht valt ook niet tegen. Tjeetje, wat eten we lekker. En wat is het fijn om daarna honderd meter te lopen naar ons pension waar we een dutje doen. We zitten al helemaal in het Spaanse ritme!
Wat een heerlijk verhaal. Spanje is genieten, we zijn ook onderweg. Geniet van jullie vakantie, ik hoop dat jullie nog tijd hebben om het Guggenheim ook van binnen te zien. Het is een fantastisch museum.
BeantwoordenVerwijderen