De bus stond nauwelijks stil bij de terminal in Bandung of de gidsen, chauffeurs, verkopers drongen zich al op. Reizen op Java is voortdurend onderhandelen met iedereen, over van alles. Op de heenreis naar de badplaats Carita werden we nog overdonderd. We hadden de prijs van een buskaartje gehoord, van Jakarta naar Labuhan zou ongeveer 30.000 roepiah pp kosten. De man die de kaartjes regelde in de bus vroeg 100.000 pp. Omdat je verwacht dat de prijzen in een bus hetzelfde zijn, komt het niet in je op om hiermee te onderhandelen. Fout! Een minuut nadat we hadden betaald, hadden we al spijt en door dat dit bedrag veel te veel was. Maar we hadden aan mensen die achter ons zaten, gevraagd of dit bedrag klopte. En die knikten bevestigend. Na een busrit van pakweg 5 uur begrepen we uiteindelijk dat iedereen onderhandelt en dat ook buskaartjes geen vaste prijs hebben.
De 'conducteur' gaat langs en vraagt een bedrag aan een passagier. Soms geeft hij alvast het wisselgeld zodat men wordt gedwongen een bepaald bedrag te betalen. De conducteur loopt dan heen en weer en gedurende de busrit wordt onderhandeld. Net zolang totdat ze allebei tevreden zijn. Op de weg vandaag van Serang naar Bandung, een expressbus met kaartjes notabene, had de conducteur op het kaartje waarop duidelijk 85.000 roepiah stond alvast maar 100.000 geschreven. Tja, keus heb je dan niet meer.
Met de chauffeur van een angkot, een minibusje dat heen en weer rijdt met passagiers in de stad, heb ik een hele discussie gevoerd over de prijs van de rit naar het hotel. We hoorden dat het ongeveer 7.000 roepiah moest kosten en hij vroeg 50.000 pp. Ik hield hem het geld voor, met nog wat extra en zei dat de mensen die al in de bus zaten, dat bedrag ook hadden betaald. Daarop moest hij lachen en gaf een teken dat we in konden stappen. Toen hadden we al drie angkots voorbij moeten laten gaan omdat die ook een megabedrag vroegen trouwens. Er werd op een gegeven moment zelfs gezegd dat er geen angkots naar Carita reden! Wat ik natuurlijk gelijk checkte bij een politieman en toen vielen ze door de mand. En voor politie hebben ze hier ontzag hoor.
Niet alleen voor ritten in taxi's, bussen, angkots moet je hier onderhandelen. Ook als je een flesje water wilt kopen, naar het toilet wil gaan, komt het aan op tawarren, zoals dat heet. Het leuke is dat een angkotrijder ons tenslotte een stuk meenam, een andere angkotrijder aanhield voor ons, zodat we konden overstappen, de eerste zich vervolgens ging bemoeien met de onderhandelingen met de tweede rijder, maar uiteindelijk zelf wegreed zonder dat hij geld had gevraagd voor de rit van de terminal naar de markt!
Het is voor hen dagelijkse kost, een onderdeel van de cultuur. Bij kruispunten staan mensen die aangeven of je veilig kunt afslaan. Die krijgen ook een briefje van 2.000 rp toegestoken. Of als de chauffeur wil parkeren, is er altijd wel iemand die aangeeft of je iets naar links of naar rechts moet. En die ook iets krijgt als de auto geparkeerd staat. In de bus rijden soms ook mensen even mee die een gebed opzeggen, of met banjo en trommel (een flesje dient dan als stok) een paar liedjes zingen. Na afloop gaan ze met een zakje rond en sommige passagiers doen gewoon alsof ze er iets ingooien. Het probleem is dat je vaak geen klein geld hebt met die vreemde Indonesische munteenheid. Briefjes van 2.000 of lager zijn schaars.
Je zal denken, waar maak je druk om? 100.000 roepiah is nog geen 7 euro en 2.000 roepiah derhalve 14 cent!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten