donderdag 13 juli 2023

Een vreselijke, heerlijke wandeling

We logeren in een hotel midden in het nationaal park Picos de Europa. De weg ernaar toe was al mooi met haarspeldbochten, vergezichten en een kabbelende rivier naast ons. Maar onze bestemming doet er niet voor onder: Fuente dé. Ik kan niet zeggen dat dit een dorp is. Eigenlijk bestaat Fuente dé uit een hotel (een parador), een restaurant en een kabelbaan. Gistermiddag hingen er wolken in het dal en later regende het. We waren toch wat laat aangekomen, zodat we in de omgeving hebben gewandeld en na een dutje heerlijk gegeten. Een rustige dag. 



Vanmorgen waren we klaar voor een flinke wandeling. We zouden eerst met de kabelbaan 750 meter omhoog gaan, naar een niveau van circa 1800 meter. Boven op de berg wilden we route 24 lopen, Puertos de Aliva van 13,3 kilometer. Bij de kabelbaan wees de caissière op de webcam die de omgeving toonde boven op de berg. Wisten we zeker dat we nu naar boven wilden gaan? We zagen alleen maar slierten nevel. Tja dan is het moeilijk om de weg te vinden. We liepen naar de wei naast ons hotel. Daar stond immers ook een wegwijzer met routes. Wie weet zat er een leuke route bij. Wie schetst onze verbazing toen daar een verwijzing stond met route 24? In plaats van de route te lopen van het bergstation naar het dal, besloten wij de route andersom te lopen, richting bergstation. Dat hebben we geweten.



De eerste zes kilometers gingen door het bos, waarbij we over beekjes moesten springen, soms een stukje moesten afdalen maar vooral een pad glooiend omhoog volgden. Af en toe hoorden we bellen rinkelen, zodat we wisten dat er een kudde koeien op een wei naast het bos stond. Boven de boomgrens werd het zwaarder, omdat de zon daar volop scheen maar vooral omdat we voortdurend moesten klimmen. De natuur is hier prachtig: tientallen vlinders, paarse, blauwe en gele bloemen en boven ons hoofd talloze steenarends (golden eagles). Boven op de berg graasden behalve allerlei soorten koeien (witte, zwarte en koeien met grote hoorns) ook paarden, ezels en schapen. Bij de schapen liep ook altijd een hond rond die de kudde bijeen hield. 



Er moest boven op de berg ook een restaurant zijn, Aliva, en aan een Nederlands gezin vroeg ik of dat nog ver was. “Ik denk een kilometer of zeven”, zei de man die vervolgens vrolijk constateerde dat ik ‘echt de goede schoenen aan had voor deze tocht’. Ik loop prima op mijn halfopen sandalen. Toegegeven, ik zag er niet uit alsof ik een bergtocht aan het ondernemen was met mijn spijkerbroek en nette blouse (de dag ervoor was het koud en regenachtig). Onderweg keken andere mensen ons ook soms verbaasd aan. Zij droegen dan ‘outdoor’-kleding met dunne afritsbroeken en bergschoenen. Ach, de stad is ook een jungle en dat lukt me eveneens met gewone schoenen. 



De zon ging steeds feller branden en het bergpad veranderde in een weg bezaaid met stenen. Op een gegeven moment was ik zo verhit en vermoeid dat ik gewoon mijn voet niet hoog genoeg kon optillen om een steen te vermijden. Gelukkig hebben mijn sandalen wel een harde neus! De omgeving was super. Rotswanden doemden voor ons op, op sommige plekken lagen nog dotjes sneeuw. Eindelijk zagen we Aliva voor ons, een typisch bergrestaurant met veel hout en picknickbanken. Na de pauze liepen we de eerste minuten zo’n beetje als zombies buiten naar ons gevoel. Onze ledematen protesteerden tegen het zoveelste bergpad naar boven. Het was wel tof om na tien minuten om te kijken en dan het restaurant ver beneden te zien liggen. Wat kan een mens veel!   



Na een uur lopen zagen we nog steeds geen kabelbaan in de verte. We moesten eerst nog een aantal bergkammen rondden. Voor ons zagen we een lange, door de vele stenen, grijze weg zich omhoog kronkelen. Er leek geen eind aan te komen. We werden zelfs giechelig van vermoeidheid maar het kan ook lichte hysterie zijn geweest. Zo hielpen we elkaar verder te gaan. Eindelijk zagen we een groep mensen staan bij een houten gebouw. Dat moest de kabelbaan zijn. 

Binnen konden we geen kassa vinden. Ik vroeg nog aan een winkelier van een toeristenshop waar we kaartjes voor de kabelbaan konden kopen en zij wees naar de lift. In het dal kon je een enkeltje (11 euro) of een retour (20 euro) kopen maar hier zagen we nergens een loket. We gingen natuurlijk met de anderen mee de lift in naar beneden. Blijkbaar gebeurt het niet vaak dat mensen zelf naar boven lopen en alleen terug de kabelbaan nemen. Bij het hotel namen we een verfrissing op het terras en keken hoeveel we nu hadden gelopen: 16,7 kilometer en 222 verdiepingen! We beseften dat we onderweg alleen maar tegenliggers hadden gezien en dat wij steeds de enigen waren die kant op. Het was een vreselijke, heerlijke wandeling!


1 opmerking:

  1. Wel een beetje dom om weinig voorbereid deze bergwandeling te maken.Gelukkig goed afgelopen en weer een sterk verhaal in de pocket🙏🏻

    BeantwoordenVerwijderen