woensdag 19 juli 2023

Asturische lekkernijen


Eten en drinken kun je in Spanje de hele dag door. En alles smaakt heerlijk. Bij het ontbijt zijn er knapperige broodjes, jam, verse honing, kazen en ham. Altijd liggen er zoete broodjes of stukjes taart/cake en fruit. Vaak hebben we onze keus al gemaakt en dan komt er een ober naar ons toe om te vragen of we nog iets warms willen bestellen bij het ontbijt. Denk aan een omelet, geroosterde groenten, spiegelei met bacon/kaas. Overigens staat er ’s ochtends altijd een fles olijfolie op elke tafel.  

Rond koffietijd zitten de terrassen vol met luid kletsende mensen (ik denk dat ik Spaans bloed heb) waar niemand zich aan lijkt te storen. Bij de koffie krijg je steevast een zoetigheid erbij, al bestel je het niet. Een churros (soort lange sliert donut) of een stuk bladerdeeg. De lunch is de belangrijkste maaltijd, in ieder geval hier in het noorden. Vanaf een uur of 1 tot half vijf gaan deuren van winkels dicht, kun je niet inchecken in een hotel want dan zit iedereen aan een maaltijd. Veel restaurants bieden een ‘menu de dia’ aan voor circa vijftien euro, van drie gangen inclusief brood, water of wijn. Echt geen geld en ik heb al geschreven dat de porties er niet minder om zijn. De avondmaaltijd is pas na negen uur. Kijk niet gek op als Spanjaarden om half elf een restaurant binnen lopen en dan pas gaan eten. 

Maar belangrijker: het eten smaakt fantastisch. In Italië genieten we ook altijd maar toch is het eten hier anders. Misschien ziet het er boerser uit, grover. Ik kan er niet zo goed de vinger op leggen. Wel weet ik dat het me allemaal supergoed smaakt. Of het nu komt omdat de ingrediënten waarschijnlijk zo van het land of uit de zee komen? We zien op elk vrij stukje grond een tuintje met groenten en kruiden. In Asturië is de specialiteit fabada, een cassaulet, ragout van grote witte bonen met stukjes verschillende vlees erin, zoals chorizo, een stukje spek, bloedworst. Die bonen hebben we in de winkel zien liggen. Er zijn hier trouwens allerlei soorten bonen of linzen droog verkrijgbaar, maar de fabada-bonen zijn verreweg het duurst, zo’n vijftien euro per kilo. Op elke menukaart (ook op het dagmenu) prijkt verder de entrecote, waar je een flink dik stuk van op je bord krijgt. 

Vandaag besloten we geen broodje te eten maar uitgebreid te gaan lunchen. De parador ligt drie kilometer buiten de stad en er is wel een restaurant maar de late tijden breken ons soms op. Het is ook fijn om na een flinke wandeling van twintig kilometer te gaan lunchen, dan terug te gaan naar de kamer om te douchen. Dan is het vaak al rond zeven uur. Ook fijn om nog wat te lezen of de route voor de volgende dag uit te stippelen. 



We kwamen terecht in restaurant Blanco midden in Cangas del Narcea. Er waren geen tafels vrij nog maar als we een kwartiertje konden wachten? Binnen aan de bar keken we goed om ons heen. Een oude tegelvloer, houten lambrizering en eenvoudige houten tafeltjes. Aan de muur hingen allerlei onderscheidingen die de kok de afgelopen jaren had gekregen. Ook hing er een ingelijst verhaal aan de muur met foto van de kok/eigenaar. Ongetwijfeld een lovende recensie uit een blad. We keken vanaf de bar de keuken in, verrek daar stond die man van de foto. Bij ons drankje kregen we al een lekkere tapas: een stukje tortilla met ham op brood. 



De menukaart die we even later kregen, was abracadabra voor ons. Sommige woorden herkenden we inmiddels maar de ruime omschrijving van de gerechten ging ons boven de pet. Een kok kwam ons de gerechten toelichten. Diezelfde man was ook gehaald toen we vroegen of er een tafel voor twee was. Hij legde toen uit dat we dan even moesten wachten. Blijkbaar was hij de enige die wat Engels sprak. Marco koos de vis en ik ging voor een gerecht waarbij Asturische kaas was verwerkt. Die vind ik namelijk heerlijk.

Als voorgerecht hadden we een tomatensalade gekozen die we deelden, we hadden de porties namelijk gezien. Mijn hemel, wat was dat lekker! Er waren wat stukjes ui en groene peper overheen gedaan en olijfolie. Wat voor soort vis Marco daarna kreeg, wisten we niet maar deze was flink dik. “Het is net als een biefstuk.” Ik had geen idee wat ik zou krijgen en toen het werd gebracht, sloeg de schrik me om het hart. Ik zag een donkerbruin iets liggen, een varkenspoot ofzo? Gelukkig herkende Marco de aubergine die met een anjovissalsa en een lichte kaassaus was gestoofd. Ook heerlijk! Alle toetjes op 1 na waren op dus de keus was makkelijk. Ik heb geen idee wat crema de requeson is maar proefde wel een soort zachte kaas met toffeesaus. 















Tevreden en met volle buiken liepen we de drie kilometer weer terug naar de parador. Morgen laten we Asturië achter ons en rijden we naar Galicië. Ik ben benieuwd; Asturië heeft wel ons hart gestolen, zo mooi vinden we de omgeving. Laten we het over eten maar even niet hebben, als je het niet erg vindt. 

 

 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten