donderdag 22 juni 2017

Cubadak

Op het vliegveld van Padang staat Nina op ons te wachten. Zij heeft dit westelijk deel van Sumatra de afgelopen week al ontdekt. Achterop de motor bij een vriend en met studenten die ze Engelse les gaf. Met elkaar gaan we naar het eiland Cubadak, ongeveer tachtig kilometer ten zuiden van Padang. Een chauffeur haalt ons op van het vliegveld en brengt ons naar een haven, voor de overtocht naar het eiland. Het is heerlijk Nina na zes maanden weer vast te houden. Ze is hier zo op haar gemak dat het me ontroert. De twee uur rijden naar de haven vliegen om terwijl ze vertelt over haar avonturen in Zuid-Oost-Azie.


Op het eiland vallen we van ene in de andere verbazing. Paradise Village bestaat uit een paar bungalows op het strand, een pier met een soort huiskamer, een restaurant en een kantoortje waar we allerlei spullen kunnen halen om te snorkelen of duiken. Op het strand liggen enkele kano’s te wachten op sportieve gasten. De Franse gastheer Marco vertelt ons wat we kunnen doen op dit verder onbewoonde eiland. Maar het is eerst tijd om te eten. Het diner is werkelijk ongelooflijk lekker (verse vis, rijst, twee groentenschotels, kipsateh met een heerlijke serehsaus, salade, als toetje een mangotaart en fruit). Als we naar onze bungalow lopen, zien we een prachtige sterrenhemel.


De volgende dag gaan we snorkelen. Vanuit onze bungalow lopen we ongeveer twintig meter het water in en dan begint het onderwateravontuur al. Het koraal is hier niet zo gekleurd, maar de vissen des te meer. Opeens kom ik terecht in een school vissen die om me heen dwarrelt. Voor me zie ik een kwal zich gracieus voortbewegen. Eerst denk ik slangetjes te zien op de bodem maar als ze gaan zwemmen, blijken het zeepaardjes te zijn.



Na de lunch, die Fransen weten wat lekker is (gefrituurde bloemkool, salade van komkommer met cashewnoten, gekruid gehakt in tofu), trekken we de kano in het water. Marco en Nina peddelen, ik mag het water uit de boot hozen. Voor ons zien we vliegende vissen als een zilveren boog uit het water springen. Prachtig! Een stukje verderop steekt een schildpad zijn kop boven het water. Nina springt er gelijk in maar zonder duikbril is het slecht zoeken. Aan het eind van het eiland begint een mangrove. De boot gaat er recht op af, het samen peddelen gaat de twee nog niet helemaal goed af. Zigzaggend gaat de kano door het water. We horen iemand roepen. In de verte zien we een vissersboot, de mensen erop zwaaien dat we de andere kant op moeten. Blijkbaar gaan we – als we de koers niet verleggen – door hun netten. Hoewel het ons lukt met een boog om de boot heen te gaan, blijven ze ons lang nastaren. Als ik naar het spoor kijk in het water achter ons, begrijp ik wel waarom.


Vanaf 18.30 uur wordt op de veranda op de pier van Paradise Village een aperitief geschonken. Davey, een Engelsman die werkt in Australiƫ en met een boot een paar maanden vakantie viert, zit er ook. Samen met gastheer Marco speelt hij gitaar. Dit is echt paradijs. Thee, voor (mijn) Marco een biertje, een schaaltje kroepoek, een boek en live muziek. We houden het hier wel een paar dagen uit hoor.
Denk niet dat we alleen relaxen hier hoor. Marco en ik hebben vandaag een tocht gemaakt door het oerwoud dat gelijk achter de bungalows begint. Klimmend en klauterend klimmen we naar de top van de berg. Het zweet druipt van ons af. Rondom Marco zie ik muggen zwermen, dus bij mij zal het wel net zo zijn. “Waarom vinden we dit ook alweer leuk?”, vraagt Marco.


Een lach van oor tot oor is het antwoord. Af en toe is er een touw gespannen langs het pad waarmee we ons omhoog kunnen hijsen. Na een uur zwoegen worden we beloond met een schitterend uitzicht. Er is een hut gemaakt zodat we even in de schaduw kunnen uitrusten. Vanavond zullen we heerlijk slapen!

-->

Geen opmerkingen:

Een reactie posten