woensdag 19 februari 2025

Op kousenvoeten terug



Zondagavond was het dan zover. De Hongaarse Staatsopera zag er voornaam uit in de spotlichten. Dames in lange jurken en heren in kostuum spoedden zich naar de ingang. Ook wij hadden ons op ons ‘paasbest’ gekleed. Dat ik hangend aan de arm van reisgenoot de trappen van de metro afging, doet daar niets aan af. Ik liep voor het eerst in zes maanden weer op hakken en had mijn Italiaanse jurk aan. De avond was voor mij al geslaagd.



Reisgenoot en ik zijn naar Boedapest gegaan om een recital bij te wonen van de Italiaanse tenor Vittorio Grigoli en pianist Cristiano Manzoni. Cristiano is de zangleraar van reisgenoot. Het is een goed excuus toch om een stedentrip te maken? Thuis had ik mijn naaldhakken en jurk klaargelegd. Ik wist niet of ik alles in mijn koffertje kreeg en bovendien wist ik ook niet of ik al kon lopen op schoenen met hakken. Nog steeds revaliderend van een gebroken been had ik tot nu toe uitsluitend sneakers of laarzen gedragen.

Na een dag wandelen door de stad, trok ik in het appartement de stoute schoenen aan. Ik kon lopen erop! We besloten wel voor de zekerheid twee haltes met de metro mee te rijden, in plaats van tien minuten te lopen. So far so good. De opera is zoals je denkt dat een opera eruit zou moeten zien. Met weelderige aankleding, statige trappen die naar de zaal voeren en goudkleurige balkons aan de zijkanten. De zaal was zo goed als uitverkocht. 

De recital was bijzonder. Slechts twee man op het podium die zonder versterking de hele zaal in vervoering brachten. Grigoli weet goed hoe hij het publiek moet bespelen. Met grimassen, danspasjes, gebaren en zang variërend van fragiele strofen tot enorme uithalen bleef hij twee uur lang boeien. Cristiano begeleidde hem daarbij uitmuntend op de vleugel (we zijn tenslotte fan, he). 
Een (Hongaarse) man naast me zat soms schaterend in zijn stoel. In het Engels vertelde hij dat hij vooraf niet wist wat te verwachten, maar dit optreden overtrof alles. “Die man is geweldig!” Hij klapte zijn handen zowat blauw. In de pauze kwam er heel toevallig een Nederlands gezin aan ons tafeltje staan, met wie we een leuk gesprek hadden. 

Na de recital konden we mee naar de kleedkamer van Cristiano. Samen met zijn zus, zwager en twee andere studenten van hem. Daar hebben we ook kennis gemaakt met Vittorio Grigoli die toen beduidend rustiger was. Cristiano nodigde ons uit voor een drankje in het hotel. Maar na een paar uur op hakken, allerlei trappen op en af te hebben gelopen, zonder avondeten (de recital begon al om 19 uur), wilde ik maar één ding: terug naar het appartement. Reisgenoot besloot heel lief mee terug te gaan. Vanuit de metro liep ik hangend aan zijn arm, met mijn schoenen in de hand, op kousenvoeten maar heel tevreden terug.  

zondag 16 februari 2025

Hongaarse keuken


Ik hoop niet dat ik iemand beledig als ik zeg dat ik geen fan ben van de Hongaarse keuken. De eerste dagen in Boedapest wilden we natuurlijk gulaschsoep eten, zigeunerschnitzel of gevulde paprika. Daar zijn we inmiddels op terug gekomen. Wat ons ook opvalt hier is dat restaurants heel nauwkeurig aangeven welke gerechten gluten bevatten. Of het speciaal een geste voor toeristen is, weet ik niet. De eerste avond aten we – bij toeval – in ‘Lactose en gluten frei’-restaurant Kata. Ik dacht dat ik een kipfilet met paprika had besteld en kreeg een stukje kippendij met vel op een bed van eiernoedels met een streepje rose saus erover heen. Het smaakte eigenlijk nergens naar. Die gluten en lactose geven blijkbaar veel smaak aan een gerecht. Later las ik wel in een recensie van het restaurant dat mensen met een allergie het daar zo fijn vonden om alles van de kaart te kunnen bestellen zonder dat ze bang hoefden te zijn voor een allergische reactie.

De meeste restaurants hier in het centrum hebben dezelfde gerechten op de kaart staan, zoals gulaschsoep, eendenlever, zigeunerschnitzel, paprika kip (sic). We hebben tot nu toe nauwelijks groenten erbij gekregen. Op straat verkopen ze verder overal de ‘chimney cake’ en ‘langos’. De cake is een torentje van biscuit dat je kunt vullen met nutella, nootjes, pistache, heel zoet dus. Langos is een bolletje meel dat de verkoper als een pizza groter en ronder maakt en vervolgens in de olie bakt. Je kunt langos eten met kaas en zure room erop. Het ruikt alsof je bij een oliebollenkraam staat; we hebben langos nog niet geprobeerd. 

In het centrum zijn veel Italiaanse restaurants. Wij vermoeden dat Hongaren zelf ook wat anders willen eten wanneer ze naar een restaurant gaan . Maar ach, wat klinkt dit allemaal verwend! We zijn in prachtig Boedapest en hebben een dak boven ons hoofd en voldoende geld om een keus te kunnen maken. En vanavond gaan we naar de Opera. Eerst maar eens mijn schoenen proberen!

 

Stramme benen



Ons uitje naar Boedapest heeft een reden. De zangleraar van mijn reisgenoot moet hier zondag optreden in de Staatsopera. Cristiano Manzoni begeleidt dan op piano de tenor Vittorio Grigoli. Ik heb mijn Italiaanse jurk meegenomen van ontwerpster Tiziana Alemanni en mijn hakken. Nadat ik mijn been heb gebroken, zes maanden geleden, heb ik echter geen schoenen met hoge hakken gedragen. Ik heb geen idee of ik er al op kan lopen! 

Vanochtend hebben we ontbeten met Cristiano. Samen met zijn zus en zwager is hij voor dit weekeinde in Boedapest. Het is altijd wel bijzonder om Italianen te ontmoeten, vind ik. Ze spreken vaak geen Engels totdat er genoeg wijn is gedronken en alle reserves zijn verdwenen. Behalve dat Cristiano de gesprekken vertaalde, gebruikten we ook een vertaalprogramma via de mobiele telefoon. Heel handig, je spreekt iets in en op je schermpje verschijnt de vertaling. Kortom, het was een leuke ochtend.


’s Middags zijn reisgenoot en ik naar het Heldenplein gegaan. Vanaf ons appartement is er een rechte weg daar naar toe van circa drie kilometer. We hebben allebei echter stijve benen van het vele wandelen de dagen ervoor dus we lopen als een soort zombies door de stad. Gelukkig was er een tram, een metro, nog een metro die ons op de plaats van bestemming bracht. Alles om maar zo weinig mogelijk stappen te hoeven zetten! De metro reed overigens op een prachtig traject. Volgens de reisgids is deze metrolijn de eerste van Europa. Op de stations was er strak tegelwerk met houten lambrisering.

Op het Heldenplein waaide het als een gek. Het is in Boedapest momenteel rond het vriespunt en de wind maakt het nog een stuk kouder. We waren daar snel uitgekeken. Schuin achter de standbeelden van Hongaarse helden begon zich een lange rij te vormen. We waren benieuwd waarvoor de mensen stonden te wachten. Er was wel een burcht in het aansluitende park maar dat was toch nog iets verderop. Opeens viel ons op dat  mensen schaatsen bij zich hadden of er met goedgevulde rugzakken in de rij stonden. Deze zaterdagmiddag bleek voor veel inwoners van Boedapest het perfecte moment om te gaan schaatsen.

Inmiddels liepen wij koud en stram richting metro terug naar hartje stad. We hadden zin in een straffe borrel met een kaasplankje. Er zullen vast wel cafés zijn in Boedapest maar wij hebben nog geen leuke adresjes gevonden. Bij de Spar op de hoek kochten we salami, trappistenkaas, nootjes en wat te drinken. In het appartement scheen de namiddagzon volop, evenals de spotjes die weer spontaan aangingen toen we binnen kwamen. We houden het nog wel even uit!    

Leve de domotica?



In het appartement in Boedapest waar mijn reisgenoot en ik verblijven, doen we niet zo maar het licht aan. Het huis is voorzien van domotica. In iedere kamer is een tablet in de muur bevestigd en de knoppen voor het elektriciteit zijn ultra gevoelig. Je denkt dat je gewoon met de knop aan de muur het licht aan kan doen, maar dan begint de show. Alle lichten gaan voluit aan of de spotjes in het plafond branden opeens. Er is geen touw aan vast te knopen. Althans, voor ons. Waarschijnlijk zijn we te ongeduldig of raken we de knoppen ongecontroleerd aan. Ik weet het niet, maar wat ik wel weet is dat domotica niets voor mij is.

Gisteravond had ik eindelijk het licht uit in het toilet in mijn slaapkamer. Nadat ik drie keer tevergeefs op de knop naast het toilet had geramd en vier keer de centrale bediening in mijn kamer had betast. Toen ik in bed lag, wilde ik de spotjes uitdoen met behulp van de knop direct naast mijn bed. Helaas gingen toen de lamellen buiten het raam weer omhoog. Gelukkig kreeg ik die betrekkelijk snel weer naar beneden. Wel brandde er opeens een spotje boven de deur dat ik eerder nog niet eerder had gezien. Ik liep maar weer eens naar de centrale bediening om alles op een neutrale stand te zetten. 

Na ongeveer een half uur slaap, schrok ik wakker in een hel verlichte kamer. Hoe was dat nou weer mogelijk? Wederom ging ik eruit om alles uit te doen. Ach, dat de lamellen weer even omhoog gingen was geen verrassing meer. De volgende dag hoorde ik dat mijn reisgenoot ook moeite had om zijn verlichting uit te doen. Hij was naar een algemeen tablet gegaan waar je alles in het huis kunt regelen. Dus ook de verlichting in mijn kamer. 

Vanmorgen ging het best goed. Waarschijnlijk omdat ik geen licht nodig had. Nadat ik aangekleed was, ging ik naar de bediening om de lamellen omhoog te doen. Opeens zag ik dat de lamellen bij het tweede raam al helemaal omhoog waren! En ik was er al een paar keer in mijn nakie langs gelopen! Ik ben er wel klaar mee, met die domotica. En ga de stad maar in. Die is bijzonder genoeg: vandaag willen we naar het Heldenplein. Want ik vind mezelf zeker een held als we in de kamer de spotjes op een prettig niveau kunnen zetten en het licht in het toilet kan uitdoen – op een zeker moment!  

zaterdag 15 februari 2025

Winter in Boedapest


De barometer geeft vijf graden boven nul aan. De zon breekt af en toe door. Op straat lopen mensen met mutsen op, de shawls opgetrokken tot onder de neus, handschoenen aan.  De temperatuur valt ons mee, zo midden in de winter in Boedapest. Dan kennen Hongaren de Ieren nog niet. Ieren gaan vaak luchtig gekleed, is mijn ervaring. Als ik iemand in Nederland tegenkom in korte broek of in T-shirt, terwijl de zomer allang voorbij is, roep ik “Irish?”. Een brede lach volgt dan veelal. Maar ik snap de Hongaren wel. Ik moet eerlijk zeggen dat ik nu, zo aan het einde van de middag, geniet van de warmte in het appartement na een dag buiten.

En na ruim twaalf kilometer wandelen in Boedapest! Tjeetje, we zijn van Buda naar Pest gelopen én terug. Ons appartement bevindt zich in hartje Buda. Uit ons raam zien we het reuzenrad op het Erzsebet Ter. Toen wij vanmorgen langsliepen, was de attractie nog niet geopend. Ons eerste doel die ochtend was dan ook de koffiezaak Gerbeaud op Vörösmarty Ter (Ter betekent volgens mij plein). Een prachtige zaak, met damasten gordijnen en schilderijen aan de muur. Boedapest grossiert in koffiezaken. Het reisgidsje geeft aan dat er wel 500 in de stad zijn. Niet voor niets heeft Starbucks hier diverse vestigingen. Blijkbaar drinken Hongaren graag koffie (ik zie hier trouwens jammer genoeg wel weinig cafés, maar daar ben ik Schiedamse voor :-)). We twijfelden nog of we voor een ‘Breakfast Gerbeaud’ zouden gaan, met allerlei broodjes en gebakjes, maar vonden de 65 euro een beetje te gek voor een ontbijt. We kozen ieder een cappuccino en een gebakje, en omdat we daar zo gezellig zaten voor nog een kopje koffie/thee. Achteraf moesten we daar omgerekend 75 euro voor betalen! 



In ieder geval hadden we voldoende energie om daarna via de Kettingbrug de Donau over te steken, de Burchtheuvel op te lopen, de eeuwenoude Matthiaskerk (1255) te bezichtigen en onder de arcaden van het Vissersbastion (1901) te slenteren. Op het plein gaf ik de drie munten van elk 500* forint die ik ergens als wisselgeld terug had gekregen, aan een muzikant met een accordeon. Toen ik vijf minuten later 250* forint aan een dame bij het toilet moest geven, baalde ik als een stekker. Waarom had ik alles weggegeven? Een Chinese jongeman naast me kwam er ook achter dat hij geen kleingeld had en wilde al weggaan. Gelukkig vond ik nog een muntstuk van twee euro in mijn portemonnee. Ik knikte naar de jongeman dat hij ook naar het toilet kon gaan. De toiletjuffrouw pakte het eurostuk op en stemde in. Hongarije heeft dan wel een eigen munteenheid maar vaak kun je betalen met euro’s of vermeldt de rekening het bedrag in forinten én in euro’s.  



Vervolgens besloten we om naar de Markthal aan de andere kant van de rivier te gaan, waarom is me een raadsel. Eerst weer de heuvel af, de brug over en zeker twee kilometer zuidwaarts staat de Markthal namelijk. Gelukkig kwam er een tram aan zodat we het winderige stuk langs het water niet hoefden te lopen. De Markthal is prachtig. Bovendien was het lunchtijd en heb je hier volop keus uit verse producten. Eindelijk konden we de befaamde goulash proeven. 


Boedapest bevalt me uitstekend. Ik loop weliswaar nu met stramme benen strompelend door het appartement, maar wie me drie maanden geleden had verteld dat ik zo’n heerlijke dag als toerist zou hebben, had ik voor gek verklaard. Er is leven na een gebroken been!

 


* 1 euro is 400 florint

250 florint = 0,62 cent

500 florint = euro 1,24