vrijdag 6 januari 2023

Cruisen door Midden-Java

Het klinkt decadent maar het is heerlijk om in Indonesië te reizen met auto en chauffeur/gids. We reizen ook wel met de trein, wat heel comfortabel en vrij goedkoop is, en af en toe met een bus, wat altijd weer een avontuur oplevert. Vanuit Yogyakarta brachten Hastono en Jovi ons met een busje naar Semarang. Een rit van circa tachtig kilometer die je tegenwoordig in twee uur kunt doen door de aanleg van een nieuwe tolweg. Wij hebben er twee dagen voor genomen.



Hastono weet inmiddels dat we graag een praatje maken met de lokale bevolking of foto’s maken van het Indonesische leven van alledag. Op het programma stond ook een bezoek aan de theeplantage Tambi Tea Resort in Wonosobo. We waren eigenlijk te laat voor de rondleiding en de mensen op het veld en in de fabriek waren al naar huis. Hastono zou Hastono niet zijn als hij toch kon regelen dat we een kijkje konden nemen in de theefabriek. Er was alleen geen gids meer die Engels sprak dus ging de manager zelf mee om de toelichting te vertalen. De manager bleek een ambitieuze jonge vrouw die af en toe scherp uit de hoek kon komen. Nou ja, soms waren mijn vragen enigszins simpel maar om dan te antwoorden ‘Wat denk je zelf?’, is ook weer zo wat. 



De manager was nog niet zo lang in dienst, ik geloof sinds medio 2022, maar de theeplantage veranderde langzamerhand al in een resort. Je kon een tour maken (voor 10.000 roepiah = circa 0,60 eurocent) over een houten platform boven de theestruiken. Op sommige hoeken was een groot frame neergezet waarin je kon staan en een selfie nemen. Heel slim als marketinginstrument want mensen geven vaak aan waar ze een foto maken en dat levert naamsbekendheid op. Ook kun je op de theeplantage huisjes huren, de laatste twintig moesten nog worden opgeleverd. Prijzen variëren van circa achttien euro voor een tweepersoonskamer tot 120 euro voor een achtpersoons bungalow. De receptie zag er nog gloednieuw uit. Toen ik na afloop van de rondleiding het toilet zocht, wees de manager me de weg. “Oh, ik moet de bordjes met de aanduidingen nog ophangen”, hoorde ik haar mompelen. 



Na de theeplantage reden we richting Temanggung. Daar heeft een vriend van Hastono een soort kraamkamer voor chili/rodepeperplantjes. Als ik google op de naam van de zaak, Marzia Tani, dan krijg ik de omschrijving ‘bloemist’, maar kwekerij dekt de lading beter. De vriend, Dedi Wacono, werkte eerst op schepen van Princess Cruises. De covid-pandemie, een periode waarin de passagiers wegbleven, maakte hem werkloos. In de stad van zijn vrouw begon hij zijn bedrijf. “Het fijne is dat ik nu zelf mijn werktijden kan bepalen. Alleen als er een koper komt, moet ik echt op de tijd letten.” Dedi heeft twee kinderen, van twee jaar en negen maanden, en ik geloof dat hij het fijn vindt om niet meer maanden van huis weg te zijn. De kassen waar hij de plantjes kweekt, zien er onderhouden uit en hij toont trots de verschillende stadia van de chiliplantjes. Ik begrijp uit zijn toelichting dat de boeren de planten na de oogst (na circa zeven maanden) opruimen. Het jaar daarop zijn dan weer nieuwe stekken nodig. En die levert hij, desgewenst samen met de bamboe stokjes waartegen ze op kunnen klimmen. We krijgen een kop koffie met koekjes aangeboden en zitten een tijdje onder een afdak met elkaar te praten. Geen stress (of in ieder geval niet te merken) en geen haast. 

Bij de ingang heeft zich een groepje meisjes verzameld. We voelen het al aankomen en ja, we willen met jullie op de foto. Na de fotosessie blijven de meisjes in de buurt, nieuwsgierig en proberend iets te snappen van het gesprek in het Engels. Als we even later wegrijden, zwaaien ze ons uit, kushandjes strooiend. Het is tijd om verder te rijden en ons hotel voor die avond op te zoeken, hotel Dieng Kledung Pass. Het is een verouderd hotel met versleten kamers waar je door een kast heen moet lopen om de douche te bereiken. Maar het hotel ligt precies op een pas tussen twee vulkanen, de Gunung Sumbing en Gunung Sindoro. Prachtig! Als je vroeg opstaat, lukt het vaak om allebei de bergen te zien; meestal hangt er een dikke mist om heen, wat overigens ook heel mooi is om naar te kijken. 





Als ik ’s ochtends voor zessen naar buiten kijk, zie ik voor me – als een ingelijste foto – een vulkaan. Een paar flarden mist kruipt de berg al op. Een uurtje later gaan we met Hastono op pad om wat foto’s te maken. We zien boeren kool oogsten en die in nette rijen op een vrachtwagen leggen. Hastono vertelt dat ze op tijd op de markt moeten zijn want anders verkopen ze de kool die dag niet meer en in dit klimaat (en waarschijnlijk zonder het gebruik van koelcellen) blijven de groenten niet lang vers. Een stukje verder nemen twee boeren een pauze, om een kretek-sigaret te draaien en even uit te rusten. Het is tenslotte al een graad of 20. Ze verbouwen broccoli, aardappelen, kool, pepers, mais, tabak, koffie, cassave. Het is een vruchtbaar gebied.



Op weg naar Semarang ziet Hastono vanuit zijn ooghoek een boer met twee waterbuffels die een veld omploegen. Gelijk wordt er een zijweg ingeslagen en we gaan er op uit. Volgens Hastono worden buffels tegenwoordig niet meer zo gebruikt door de boeren. Vaker wordt een veld omgeploegd door een machine met grote schoepen die zich door de modder heen wroeten. De machine ziet er trouwens ook nog ouderwets uit, hoor. De boer staat er dan op een plankje achter, alsof hij aan het surfen is. Deze morgen hebben we geluk. Op de ouderwetse manier ploegt de boer met de buffels zijn rijstvelden om, klaar voor een nieuwe aanplant. Ik zie de foto al hangen binnenkort aan een muur thuis in Schiedam.



Na twee dagen toeren door Midden-Java komen we ’s middags in Semarang aan. Ons hoofd vol indrukken. Jammer genoeg moeten we nu echt afscheid nemen van Hastono en Jovi, die ons samen hier naar toe hebben gereden. Bedankt weer voor jullie goede zorgen en altijd weer de bijzondere adressen met ons op te zoeken!  





1 opmerking:

  1. Prachtige verhalen! Veel plezier maar dat lukt wel zo te lezen.

    BeantwoordenVerwijderen