Het uitzicht vanuit de trein is adembenemend.
Rijstvelden
overal om je heen, oplopend tegen de bergen op. Mensen zijn aan het werk, slaan
de rijst uit de gewassen. Mistflarden hangen om de bergflanken. Waar je ook
kijkt, dit is het Indonesië dat je kent van de foto’s. Vanochtend om 07 uur
zijn we uit Bandung vertrokken naar Yogyakarta, een reis van zeven uur. Het is
geen straf hoor. Er is veel ruimte tussen de stoelen, je kunt je voeten laten
rusten op een steun en bediening komt langs met drinken en eten (nasi goreng,
nasi rames, gewoon op een bord met bestek).
Jammer genoeg hebben we niet veel van Bandung kunnen zien.
Omdat we uiteindelijk toch een trein later namen in Jakarta (die van 15.50 ipv
13.30 uur waar we ook kaartjes voor hadden) kwamen we pas om 19 uur aan hier.
Bandung werd ooit het Parijs van het Oosten genoemd, vanwege de brede
boulevards, fraaie architectuur en de lommerrijke lanen. Misschien kunnen we
het een andere keer echt gaan bekijken..
In Yogya blijven we in ieder geval drie nachten, dus we
hoeven niet gelijk uit te checken en kunnen onze tas enigszins uitpakken.
Ook fijn is dat we een keer de wekker niet hoeven te zetten, hoewel de oproep tot gebed van de moskee ons vanmorgen ook eerder wakker maakte.
Ook fijn is dat we een keer de wekker niet hoeven te zetten, hoewel de oproep tot gebed van de moskee ons vanmorgen ook eerder wakker maakte.
Ruud, Marianne en Ray
In de trein hebben we een echtpaar met zoon ontmoet, Ruud, Marianne en Ray. Ze wonen in Orlanda. Destijds – in 1955 – zijn ze eerst voor zeven jaar naar Nederland gegaan maar vanwege de woningnood geëmigreerd naar Amerika. Voor het eerst komen ze terug naar hun geboorteland. Jakarta viel hen vreselijk tegen. De infrastructuur was toen heel goed en nu is het een gekrioel van auto’s, brommers en bajajs (een brommer met een bakje voor twee personen erachter). Hun zoon heeft altijd de prachtige verhalen gehoord over vroeger, de feesten, het sociale leven, de mooie huizen. Alle drie worden ze geconfronteerd met de rauwe werkelijkheid van een miljoenenstad in Azië.
Op het gezicht van Marco zie ik alleen een brede lach. Hij
geniet. Gisteren had hij het – weliswaar voor de grap, maar toch – over ‘jullie
in Holland’.
De drukte doet hem niks, de mensen die steeds maar weer van alles vragen, blijft hij lachend van zich afschudden. De reis die zijn vader 57 jaar geleden maakte, van Semarang naar Holland, maakt hij nu in tegengestelde richting. Gelukkig heeft hij vooraf met zijn ooms kunnen praten over vroeger, maar ik denk dat hij spijt heeft dat hij niet meer aan zijn vader kan vragen hoe het toen was.
De drukte doet hem niks, de mensen die steeds maar weer van alles vragen, blijft hij lachend van zich afschudden. De reis die zijn vader 57 jaar geleden maakte, van Semarang naar Holland, maakt hij nu in tegengestelde richting. Gelukkig heeft hij vooraf met zijn ooms kunnen praten over vroeger, maar ik denk dat hij spijt heeft dat hij niet meer aan zijn vader kan vragen hoe het toen was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten