zondag 25 juni 2017

Einde van de Ramadan

In de verte zien we flikkerende lichten. Gezang en getrommel komen in flarden over het water op ons af. Op het meer bij Maninjau drijft een vlot langzaam onze richting op. Waarschijnlijk hebben mensen hier weken aan gewerkt. Het lijkt op een piramide met lichtjes, op de top staat een Minangkabau-huis. 
Zie ook dit filmpje
Op de hoeken hangen zelfgemaakte lampionnen die een auto, de beroemde klokkentoren van Bukittinggi, een libelle en een brommer verbeelden. Midden op het vlot, omringd door de lichtjes, zitten mensen die zingen en muziek maken. Het ziet er prachtig uit.


We zitten op een randje van een plein langs het water naar het spektakel te kijken. Naast en achter ons zitten Indonesiers. Zonder enige gene maken ze een selfie met ons op de achtergrond. De man naast me knoopt een praatje aan. Hoe heet ik, waar komen we vandaan, is dat mijn man, waar gaan we naar toe? zijn de geijkte vragen. Ik vind het niet erg want mijn bahasa is net genoeg om deze vragen te beantwoorden. Een vrouw belt haar vriendin op en via facetime stelt ze Marco aan haar voor. Er ontstaat een curieus gesprek tussen die drie. Iedereen erom heen lacht. Het is het einde van de Ramadan en vrolijkheid overheerst.


In IndonesiĆ« is er – over het algemeen – een vrolijke vorm van de islam. Vrouwen met hoofddoek kijken Marco openhartig aan, willen met hem op de foto en pakken hem bij de arm als hij wat verder weg blijft staan. Geen afgewende blik of verlegen houding. Ook met het vasten wordt ruimhartig omgegaan. “Ramadan zit in mijn hart”, zei een gids toen hij samen met ons een lunchpakket opende tijdens een jungletocht. Als ze een sigaret willen roken, ‘gaan ze even een luchtje scheppen’. Ook voor ons is er genoeg te eten en te drinken. De meeste zaken zijn gewoon open. Veel restaurantjes hebben een gordijn opgehangen zodat je van buitenaf niet kunt zien wie er eet.


Sinds gisteravond is het vasten voorbij. Om 18.25 uur ging de zon onder en brak het feest hier los. Veel moslims kijken het hele jaar uit naar ‘Idul Fitri’, zoals het feest hier heet. Ze mogen weer eten de hele dag door en dat doen ze graag. Maar misschien nog wel belangrijker: mensen gaan vaak naar hun geboorteplaats voor familiebezoek. “Er komen vandaag veel kinderen langs. Wij geven hen altijd geld. Dat moet dan het liefst een spiksplinternieuw briefje zijn van 5000 roepiah (0,34 eurocent).” Op mijn vraag of hij dan niet bankroet is aan het einde van de dag, antwoordt de baas van ons hostel dat het maar een keer per jaar is en dat hij ervoor spaart.
Op de terugweg ’s avonds van het plein in het dorp naar ons hostel rijdt het verkeer af en aan. Er komt een pick up aan, de achterbak staat vol jongelui. Ze zwaaien enthousiast naar ons. ‘Selamat hari raya’ roepen we en na die gelukwens kunnen we helemaal niet meer stuk. Een sliert van auto’s, brommers en scooters rijdt ons voorbij, toeterend en vooral lachend.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten