zaterdag 1 juli 2017

Ikbal van Abdi Homestay in Harau Canyon, Sumatra: 'Ik herinner me nog goed dat ik in het rijstveld werkte'

“Dit is mijn inspiratie.” Met een armgebaar wijst de 42-jarige Ikbal op de cottages van bamboo met vlak daarachter een waterval die van een honderd meter hoge klif naar beneden stort. Op deze plek heeft hij acht jaar geleden zijn ‘homestay’ gebouwd. ‘A unique, romantic and quiet place’ staat er wervend op een sticker van zijn accommodatie. Hij wil wel even gaan zitten om zijn verhaal te vertellen. “They call me mr. Blabla.”


Hoewel hij graag praat, is hij niet iemand die zich groter voordoet dan hij is. “I don’t like people with a big ego.” Ikbal is geboren in de buurt van de Harau Canyon in West-Sumatra. Veel verder is hij nooit geweest en die behoefte heeft hij overigens ook niet. Als enige zoon met vijf zussen (‘I’m almost a sissy, you know? Haha’) groeide hij op in een arm gezin. Er was geen geld voor een studie, ‘only to give us food’. Op zijn veertiende verkocht hij flesjes water of Fanta aan toeristen die hier dit prachtige stuk natuur bezochten. Later werkte hij in een restaurant en ondertussen probeerde hij zoveel mogelijk Engels te leren. “I become a local guide because I was the only one who speaks English in the Harau Canyon.”


Hij had nooit kunnen dromen dat hij eens eigenaar zou zijn van een homestay. “Toen ik als kind in het rijstveld werkte, dacht ik alleen aan wat ik die avond zou eten. Ik had geen dromen voor de toekomst. Soms in de nacht word ik wakker en kan ik niet geloven dat dit van mij is. Ik denk dan dat ik nog steeds voor iemand anders werk. Niet zelf de baas ben.” Hij heeft geluk gehad, weet Ikbal. Hij heeft heel veel te danken aan een Nederlands stel, Wim en Annemarie. Zij bezochten het ecohotel waar Ikbal destijds werkte. Hij was al getrouwd en had een dochtertje. Hij vertelde hen dat hij graag een eigen homestay zou willen beginnen. “They didn’t believe me, but they visit my house en met my family. They see how poor we were en when they leave, they cry.” De Nederlanders besloten elk jaar 300 euro te geven zodat zijn dochter uiteindelijk zou kunnen studeren. Inmiddels is Nagma vijftien jaar oud en helpt ze in haar vakantie mee in de homestay, net zoals Ikbals vrouw, neven en broer. Na de vakantie gaat ze naar highschool in Padang en daarna naar de universiteit. “One day maybe she will be a assistent-piloot or flight engineer.”

Van het geld dat Ikbal kreeg van het Nederlandse paar, kocht hij telkens een stuk grond. Hij moest wel beloven dat het geld dat hij daarmee zou verdienen, ten goede zou komen aan zijn kinderen. Kinderen, want inmiddels heeft hij ook een zoon, Abdi. Een percentage van wat hij verdient met het verhuren van zijn zeven cottages, komt volgens hem ook ten goede aan de lokale bevolking in de Harau Canyon. “I’m happy when I can help people.” “Het is echt belangrijk dat de mensen hier Engels leren spreken. Dit is een toeristische spot, ze kunnen allemaal hier werk vinden wanneer ze het Engels beheersen. Dat is een groot probleem in IndonesiĆ«: ‘less education’.” Hij vertelt dat hij makkelijk al zijn geld kan investeren in zijn homestay door grotere en meer bungalows te bouwen. Maar hij houdt vast aan zijn concept. Sinds vier jaar, hij is acht jaar geleden begonnen met twee huisjes, schenkt hij drie tot vier procent van zijn inkomen aan zijn dorp. Niet direct aan de ‘papa’ want anders koopt hij er misschien sigaretten van. Maar geld voor educatie, schoenen of kleding.
Met de Ramadan kocht hij bijvoorbeeld voor 1 miljoen roepiah aan batik. Iedereen in de omgeving kreeg een nieuw shirt. “Toen ik tien was, voelde ik me zo ongelukkig dat mijn vrienden wel met Idul Fitri een nieuw shirt aan hadden en ik alleen een oud hemd. Iedereen moet er met het feest mooi uit kunnen zien. Ik kan mijn business uitbouwen, maar het belangrijkste is dat de mensen om me heen het goed hebben, beter. Ik herinner me nog goed hoor dat ik een keer per maand kip at en nog nooit een glas siroop had geproefd. Daarom koop ik siroop zodat iedereen in het dorp dat ook kan drinken.”



“Als ik dood ben, hoop ik dat mijn droom is uitgekomen: dat de mensen in de Harau-village Engels spreken en werk hebben.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten