Je kent inmiddels misschien de voorliefde van Marco om hoofdwegen te vermijden. Liever honderd haarspeldbochten dan tien kilometer rechte weg. Dat. Vandaag reisden we van Genua naar Massa, een reis van pakweg 135 kilometer. Via de autostrade ongeveer 1,5 uur. Na vijftig km rijden zag ik hem geeuwen, nog eens verzitten. “Is er geen tussenweg te vinden?”
Op dat moment reden we ter hoogte van Cinque Terre, een Unesco gebied met vijf idyllische vissersplaatsjes die aan een berg gekleefd zitten. De weg cirkelt van de ene naar de andere plaats. Ik zag dat er een secundaire weg naast de autostrada ging vanaf Levanto. Die wilde ik nemen. Maar op kruispunten stonden opeens allerlei plaatsen genoemd die ik niet herkende. En in een ‘split second’ moet ik dan aangeven welke afslag we op de rotonde moeten nemen.
De Tomtom gaf alleen aan hoe je weer naar de autostrada kon gaan, omkeren. Paniek. Het vervelende is ook dat hier – dat ik heb al vaker meegemaakt – de weg de ene keer dan eens wel en een volgende keer niet staat aangegeven. Opeens mis je op een bord een plaats. Als je dan doorrijdt, komt die plaats een volgende keer wel weer op de borden. Maar als je op een rotonde bent, is het wel lastig kiezen.
Alleen maar bochten
Enfin, zo reden we naar Levanto, bocht na bocht. We zijn hier met onze goede vriend Hans in juni geweest. Hebben daar overnacht en van daaruit Cinque Terre ontdekt. Ditmaal gingen we voor de stad Levanto richting La Spezia. Uiteindelijk reden we de goede weg, van de rijksweg af, richting zuiden. Maar ik had het zweet op mijn voorhoofd staan. De weg bestond alleen maar uit bochten en was heel smal. Er werd aangegeven dat je hier 90 km per uur mocht rijden, maar ik vond de 35 km die Marco reed al heel hard.
Op een gegeven moment zagen we een aanduiding van een restaurant. We waren anderhalf uur onderweg en wel toe aan een koffie. Bij Santuario Nostra Signora di Soviore parkeerden we. Het bleek een overnachtingsplaats of stopplaats op een prachtige plek. We dronken koffie met taart onder de bomen, met uitzicht op Monterosso. We zagen de bergen waar we een maand eerder met Hans hebben afgezien, een circa 18 km lange wandel- of liever gezegd klautertocht van Levanto naar Monterosso. Ik zag het pad waarlangs we naar beneden zijn gegleden toen. En nu zaten we op een stille, prachtige plek. Het maakte niet uit of we de weg hadden gemist die we eigenlijk hadden moeten hebben. Of dat we twee uur lang onderweg zouden zijn omdat we niet via de autostrada hebben gereden. Wat telde was dat moment onder die bomen. En dat was heerlijk.
Alpine Apuane zijn beschermd
Na La Spezia zijn we gewoon weer via de autostrade gereden naar Massa. Daar moesten we van de rijksweg af. Ons volgende hotel lag midden in de Alpine Apuane, hotel Pintadera. De laatste veertig minuten was het weer bocht na bocht omhoog naar circa 700 meter. Voor het standbeeld van ‘Pope John’ was er parkeerplaats. Wat een prachtige omgeving! Je ziet hier veel marmerafgravingen, de bekende marmerplaats Carrera is dichtbij. Ik lees dat deze Alpenbergen inmiddels beschermd zijn en dat (niet overal) meer afgravingen naar marmer mag worden gedaan. Maar goed ook, want soms is het echt triest om te zien: de bergtoppen glimmen wit in de zon, niet van de sneeuw maar van het innerlijk dat ze prijsgeven na de afgravingen.
Morgen meer over het superbe hotel Pintadera, waar een Sardijnse hotelier de scepter zwaait En hoe!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten