In ieder geval hadden we voldoende energie om daarna via de Kettingbrug de Donau over te steken, de Burchtheuvel op te lopen, de eeuwenoude Matthiaskerk (1255) te bezichtigen en onder de arcaden van het Vissersbastion (1901) te slenteren. Op het plein gaf ik de drie munten van elk 500* forint die ik ergens als wisselgeld terug had gekregen, aan een muzikant met een accordeon. Toen ik vijf minuten later 250* forint aan een dame bij het toilet moest geven, baalde ik als een stekker. Waarom had ik alles weggegeven? Een Chinese jongeman naast me kwam er ook achter dat hij geen kleingeld had en wilde al weggaan. Gelukkig vond ik nog een muntstuk van twee euro in mijn portemonnee. Ik knikte naar de jongeman dat hij ook naar het toilet kon gaan. De toiletjuffrouw pakte het eurostuk op en stemde in. Hongarije heeft dan wel een eigen munteenheid maar vaak kun je betalen met euro’s of vermeldt de rekening het bedrag in forinten én in euro’s.
Vervolgens besloten we om naar de Markthal aan de andere kant van de rivier te gaan, waarom is me een raadsel. Eerst weer de heuvel af, de brug over en zeker twee kilometer zuidwaarts staat de Markthal namelijk. Gelukkig kwam er een tram aan zodat we het winderige stuk langs het water niet hoefden te lopen. De Markthal is prachtig. Bovendien was het lunchtijd en heb je hier volop keus uit verse producten. Eindelijk konden we de befaamde goulash proeven.
Boedapest bevalt me uitstekend. Ik loop weliswaar nu met stramme benen strompelend door het appartement, maar wie me drie maanden geleden had verteld dat ik zo’n heerlijke dag als toerist zou hebben, had ik voor gek verklaard. Er is leven na een gebroken been!
* 1 euro is 400 florint
250 florint = 0,62 cent
500 florint = euro 1,24
Geen opmerkingen:
Een reactie posten