donderdag 17 november 2022

Bu Batik VI

Na twee enerverende dagen hadden we woensdag zowaar een vrije dag waarin we gewoon toerist in Ruteng konden zijn. Vanuit de reisorganisatie Go Indo van dochter en schoonzoon was een fietstocht georganiseerd. We konden kiezen om twee of vier uur te gaan fietsen. Ruteng ligt in een heuvelachtig gebied en we vreesden de vele steile wegen omhoog. Sinds de fietstocht weet ik trouwens dat je een steile weg naar beneden ook niet moet onderschatten, mijn hemel wat is dat eng. Onze fietsinstructeur die dag was Yogi. Hij was ook op de bruiloft, in een net pak. Ik herkende hem nauwelijks die ochtend. Helemaal in stijl had hij een origineel fietsshirt aangetrokken. Met helm op, lange mouwen en zwarte handschoenen zag hij er uit alsof hij aan de Tour de France voor mountainbikers meedeed.


Eerst kregen we instructies over de werking van de verschillende versnellingen die een mountainbike heeft. De zon scheen, het was nog redelijk koel zo vroeg in de ochtend, dus we gingen snel op pad. Het is heel leuk om een onbekende stad op de fiets te verkennen. Je kijkt toch anders om je heen, dan wanneer je in een auto zit. Dat heb je lopend ook, alleen kom je met een fiets natuurlijk veel verder. De zus en één van de drie broers van de bruidegom gingen ook mee op deze excursie. Volgens mij was het de eerste keer dat ze op een fiets zaten.

Al eerder heb ik geschreven over het verkeer in Indonesië: dat het een soort symbiotisch, vloeiend geheel lijkt. Als een verkeersdeelnemer van rechts komt, wijken de anderen op die route allemaal een beetje naar links, zodat de ander kan invoegen. Mensen blijven niet stug op de eigen baan rijden omdat ze daartoe recht hebben, maar iedereen houdt een beetje rekening met elkaar. Daar kun je met verwondering vanaf de stoep naar kijken maar er deel van uit maken en dan nog wel kwetsbaar op een fiets, is andere koek.

De steile wegen waren een andere uitdaging. Het bleek ook niet gemakkelijk om op een vreemde fiets de versnellingen goed te gebruiken. Het is heel vervelend als je met je klim naar boven bezig bent en je gaat per ongeluk in een zware versnelling, weet ik nu. En het verkeer rijdt aan de linkerkant! Kortom, het was hartstikke leuk en de omgeving was ongelooflijk mooi. In reisgidsen staat vermeld dat de omgeving rondom Ruteng tot de mooiste van Flores behoort en dat verbaast me niets. Net buiten de stad rij je een weelderige groene omgeving in. Bananenbomen, bamboebossen en rijstvelden zo ver het oog reikt. De bergen en een vulkaan zijn een prachtig decor.



Na bijna drie uur fietsen, waarbij we af en toe stopten bij een uitkijkpunt of om even de dorst te lessen, zat de excursie erop en leverden we de mountainbikes in. Voor nog geen honderd euro in totaal hadden we met zijn zevenen een topochtend. Op de veranda van het huis waar we die ochtend waren gestart, kregen we thee met heerlijke snacks aangeboden. Een soort sigaar waarin banaan met chocolade verwerkt was, een koek van kacang hijau (een soort groene boon) en een cakeje met kokos en banaan, verpakt in een palmblad.

We konden van de inspanning die ochtend allemaal geen pap meer zeggen maar toen er een oom bij ons kwam zitten met een gitaar, zongen we allen uit volle borst mee. Ondertussen kwam de moesson met bakken uit de hemel. Het was als een scene uit een film. Een nicht van de bruidegom verraste met een geweldige stem en ik galmde de refreinen mee. Moest ik morgen echt alweer weg?





Bu Batik V

Zo zie je je kind nog rennen met de vlechten telkens omhoog wippend en zo staat er een prachtige vrouw in een trouwjurk voor je. Deze dagen denk ik vaak aan mijn moeder. Nu heb ik een idee wat zij moet hebben doorgemaakt met haar kinderen. Als je het huis uit bent, en op een gegeven moment zelf moeder bent geworden, denk je dat je een andere band met je moeder hebt gekregen. Op een meer gelijkwaardig niveau. Je voelt je geen kind meer. Als moeder zie je je kind natuurlijk opgroeien als volwassene maar het blijft altijd jouw kind. Zolang het goed gaat, is alles in orde. Maar op het moment dat er problemen zijn, beginnen die zorgklieren weer te werken. 



Niet dat ik er in Indonesië last van heb. De bruiloft was prachtig. Ik ben blij dat ik er bij kon zijn. Bovendien heb ik alle vertrouwen in het kersverse paar dat zo ambitieus is qua toekomstplannen. Samen een reisorganisatie beginnen op Flores, een hotel/homestay opbouwen vanaf ‘scratch’. Eerst moeten ze nog een eigen onderkomen zien te vinden. In Ruteng verblijven ze vooralsnog bij (schoon)moeder in huis. Net zoals een aantal anderen. Het is een beetje zoete inval daar. Dochter met man en kinderen zijn er regelmatig, een zoon van een overleden vriend is verwelkomd en een simpele man die elders vaak wordt weggejaagd, vindt hier een vriendelijk thuis. 

Het leven in een kampong heeft voordelen. Je bent er nooit eenzaam, er is altijd hulp voor klusjes of extra handjes, de gemeenschapszin is groot, iedereen helpt elkaar. Toen ik in de buurt van het huis een fles water ging kopen bij een winkeltje aan huis (zo verdienen ze wat bij), werd ik gelijk gefeliciteerd. Ik moest de moeder van de bruid zijn. Waar kwam ik vandaan en hoe lang zou ik blijven? Mensen weten zo alles van elkaar. Ik vind het zo knap van mijn dochter dat ze kiest voor een man in een ver land. Ze kiest dan ook voor het leven daar. 

Ik zie hier op Flores mensen heel eenvoudig leven. Ze leven. Op de veranda’s zie je vaak veel mensen bij elkaar zitten, de tijd doorkomen, op de best mogelijke manier. Iedereen komt bij elkaar over de vloer. Het valt me op dat ze hier geen ‘dag’ zeggen als ze weggaan. Dan zit je met elkaar te praten en op een bepaald moment staat iemand op en even later zie je diegene op de scooter wegrijden. Zonder iets te zeggen. Na dit een paar dagen te hebben geobserveerd, denk ik dat mensen niets zeggen omdat ze toch binnen niet al te lange tijd weer terug zijn. Even later komt diegene met iemand, die ergens moest worden opgehaald, achterop de scooter aan of met een tasje vol boodschappen aan het stuur. Anders blijven ze de hele tijd ‘hallo’ en ‘dag’ zeggen natuurlijk. Als ik langs een vriendin ga, heb ik haar vaak enkele weken niet gezien. Natuurlijk neem ik dan goed afscheid want misschien duurt het wel weer even. Ik ga in ieder geval niet gelijk ’s avonds weer terug. 



De moeder van de bruidegom verzekerde me vanmorgen dat ze goed voor mijn dochter zou zorgen. “Ik heb niet veel om te geven. Behalve mijn liefde.” Ik ga met een gerust hart weer terug naar Nederland.

Bu Batik IV

Na wederom een vrijwel slapeloze nacht ging de wekker om vijf uur. Om 06.15 uur zou een familielid met auto ons ophalen en naar een salon brengen. De bruid, getuige en moeders konden daar hun haar laten opsteken en zich laten opmaken. We dachten in het klooster nog een kop thee te kunnen drinken en iets te kunnen eten voordat we weg moesten. Maar hoewel je hier vanaf 06 uur zou kunnen eten, was er in geen velden of wegen een non te bekennen. De eetzaal zag er leeg en sober uit.  

I

n de salon kregen we gelukkig een bord nasi (lees: witte rijst) met een gebakken eitje en thee aangeboden. Behalve de kapper waren er enkele andere dames in de zaak die het hele proces nauwlettend volgden. De kledingkeuze van de bruid werd volop becommentarieerd. De kapper vond de lichtblauwe strapless jurk duidelijk geen trouwjurk en kwam met alternatieven aan. Telkens weer toverde hij een witte jurk tevoorschijn met kanten sleep. Bij mij probeerde hij steun te vinden in de hoop dat de moeder van de bruid waarschijnlijk ook een traditionele trouwjurk voor haar dochter zou kiezen (haha). De jongere vrouwen in de salon knikten telkens achter zijn rug ‘nee’ tegen de bruid, hoorde ik later, zij waren het eens met haar keus. Ook oorbellen, diademen, kettingen en boeketten – er was er zelfs één van stro! – werden vriendelijk afgewezen. Het haar werd kunstig opgestoken en als zoenoffer naar de kapper toe, kon hij een crème kanten sluier in het haar bevestigen. Dat kwam goed uit want de achterkant van de jurk had een split tot aan haar dijen. Ik weet niet of de romo, de pastoor, dat goed zou keuren. Gelukkig viel de sluier prachtig over de split heen.

Om acht uur stond de auto gereed die ons naar de kerk zou brengen. We waren zowaar mooi op tijd. De kerk was feestelijk versierd met bloemen. De eerste banken zaten al vol met familie, kennissen en vrienden. Vanuit Nederland waren we met z’n drieën. Voor de pastoor was het een goed teken dat ook de vader én de moeder erbij waren: dan was het duidelijk dat wij het huwelijk goedkeurden. Met de pastoor voorop liep het bruidspaar de kerk in. Direct gevolgd door de getuigen, de moeder en een oom van de bruidegom en de ouders van de bruid. Een koor van ongeveer vijftien mensen zong een prachtig welkomstlied. Tijdens de generale repetitie hadden we een boekje gekregen met alle teksten erin. De pastoor schmierde volgens mij behoorlijk want ik zag iedereen regelmatig door het boekje bladeren omdat zijn tekst niet te vinden was.


Op een zeker moment moesten de ouders hun zegen geven aan de bruid en bruidegom en daarbij een Indonesische tekst opzeggen. Eerder hadden we een mand gekregen met geschenkjes voor de kerk, zoals snoepjes, maar trouwens ook een mand met bloemkool en broccoli. Met die mand in onze hand én het boekje met de tekst, kreeg ik ook nog eens een microfoon in mijn hand geduwd. Vooraf had ik aan de moeder van de bruidegom gevraagd of ze de tekst niet zo snel wilde oplezen, zodat wij Nederlanders goed konden meekomen. Dat lukte prima! We moesten een paar rituelen uitvoeren en het was ons op het hart gedrukt dat we daarbij iedere keer moesten buigen als we langs het altaar kwamen. Er is een heel leuke foto – vind ik – waarbij ik samen met vader een buiging maak terwijl we intussen de mand rechtop proberen te houden.


Al met al duurde de ceremonie ruim twee uur. Daarna nam het maken van de foto’s bijna evenveel tijd in beslag. Iedereen wil namelijk met iedereen op de foto. Ik kreeg veel complimentjes over mijn sarong en kanten blouse. Zelfs de romo schudde mijn hand en was alleraardigst. Misschien dacht hij nog een zieltje te winnen. Ik ben apetrots op mijn dochter, de bruid. Alle teksten zei ze moeiteloos op in het Indonesisch en ze zag er prachtig uit. De bruidegom ook trouwens, eerlijk is eerlijk.

Om over tienen stonden we weer buiten. Pff, de dag moest nog beginnen en ik was al doodop. Nu zou het feest in het ouderlijk huis van de bruidegom beginnen. Ik had daar eerder eens Kerst gevierd met Marco, lees het verhaal er nog maar eens op na (december 2019). Het is een eenvoudig huis van hout met een golfplaten dak, een vloer van aangestampte leem en met een toilet – voetstapjes - waarbij je met behulp van een pannetje water moet doorspoelen. Mannen roken (vrouwen roken hier over het algemeen niet) hier ook gewoon nog binnenshuis. Ik zag er tegenop om daar van ’s ochtends af in een vol huis te zitten. Samen met vader en vriendin besloten we ergens eerst koffie te gaan drinken. Even op adem komen en even alleen Nederlands praten. Het was heel prettig al was het ook vaak confronterend. We waren nu weer vader en moeder alsof er niets was gebeurd. Niemand vroeg hoe het nu precies in elkaar zat; dan speelt toch de verlegen natuur van de Indonesiër een rol, denk ik. 



Inmiddels was het feest in volle gang. In de tuin, voor de veranda, was een tent gemaakt. Binnen waren tientallen plastic stoelen op een rij gezet. “Waar waren jullie? We zijn al aan het eten”, waarna we een bord en een lepel kregen. De moeder van de bruidegom had witte rijst gemaakt, een tempé-gerecht, een groentegerecht met cassavebladeren dat enigszins bitter smaakte en er waren tien kippen geslacht en gebakken. In de loop van de dag zou ik de gasten regelmatig zien opscheppen: eten gaat hier de hele dag door. 



Tijdens het regenseizoen is het gebruikelijk dat mensen na het eten een dutje doen. Meestal begint het rond een uur of één met regenen en het komt dan echt met bakken uit de hemel. Je kunt niet veel anders doen. Veel gasten gingen na het eten dan ook naar huis. Wij ook. Ik had echter gezegd dat ik terug zou komen om te helpen opruimen. De familie wuifde dat voornemen weg maar mijn stelling dat ‘de moeder van de bruidegom hier aan het opruimen was en dus ook de moeder van de bruid’ bracht instemmend gemompel teweeg. In het klooster verwisselde ik de sarong voor een spijkerbroek en shirt en ik ging op weg terug. 

Na twee dagen voortdurend in het gezelschap van ex, nieuwe vriendin, af en toe gestreste bruid en gefocuste bruidegom, tientallen aangetrouwde familieleden, ceremonies en rituelen was ik eindelijk alleen op pad. Ik hield een brommer-taxi aan. Ik had wel geen exact adres maar ik wist de naam van de kampong en dat de straat vlakbij het openbare ziekenhuis was. De mensen hier zijn zo flexibel he. De man verblikte of verbloosde niet bij de summiere omschrijving. Voor tienduizend roepia (63 cent) kon ik achterop. Op mijn vraag of hij het erg vond dat ik hem beethield, haalde hij zijn schouders op. In de buurt die ik noemde, vroeg hij aan een voorbijganger of hij wist waar het huwelijksfeest was. Een voorbij rijdende vrachtwagenchauffeur hing uit het raam, hoorde de vraag en wees naar rechts. Inderdaad, even later zag ik al het blauwe zeil van de tent voor het huis. 



Natuurlijk hoefde ik daar niets te doen. Ik ging zitten in de kamer met een aantal vrouwen. Mijn staccato-bahasa kwam goed van pas. Al gauw kwamen er ook enkele mannen bij. Iedereen vond het erg gezellig dat een buitenlander op bezoek was. We spraken over Nederland, over Indonesië, Nederlands-Indië en over politiek. Opeens merkte ik dat moeder van de bruidegom naar de keuken was gegaan. Toch maar even kijken. Enkele vrouwen zaten in hurkzit – hoe houden ze dat vol? – stapels borden te drogen. Ik pakte een theedoek en begon met de eerste van pakweg tweehonderd lepels die ik daarna zou droogmaken. En daarna glazen, pannen, nog meer borden en dienbladen. 



Aan het einde van de dag reed ik achterop bij de bruidegom, nu schoonzoon, terug naar het nonnenklooster. Snel een douche, iets netjes aan en uit eten met de Indonesische schoonfamilie. De dag zat er bijna op. 

   

 

 


maandag 14 november 2022

Bu Batik III

Na een onrustige nacht zaten we om zeven uur aan het ontbijt. Een nadeel van logeren in het klooster is dat je van zes uur tot hooguit half acht kunt eten. Een non bracht ons witte boterhammen, wat jam en een gebakken ei. Aan een andere tafel zat een Duits echtpaar, vergezeld van een (Indonesische) gids. Wat me vaak opvalt op verre reizen is dat je altijd door alle ‘locals’ wordt begroet, maar dat toeristen je straal negeren. Ook vanmorgen weer: bij het binnengaan van de eetkamer begroette ik de andere gasten maar alleen de gids antwoordde me. 



Vanochtend moesten het bruidspaar, de getuigen (een oom en tante van de bruidegom) en de ouders om negen uur in de kerk zijn voor een doorloop van de bruiloft. De pastoor, romo, ontving ons. Met autoriteit liep hij door zijn kerk en jaagde eerst enkele toeristen eruit. De vrouw droeg een topje en de man een korte broek; volgens de pastoor getuigde de schaarse kleding niet van respect. Streng vroeg hij aan ons of dat familie was. Gelukkig zagen wij er allen netjes uit en ging de frons boven het hoofd van de pastoor enigszins weg.

Er is een boekwerkje gemaakt voor de bruiloft waarin de tekst staat die iedereen op zijn of haar beurt moet zeggen. Ik geloof dat het ruim twintig pagina’s telde, dus dat duurt wel even morgen! Eerst werd bij het bruidspaar afzonderlijk de biecht afgenomen. Na wat weesgegroetjes werd de plaats voor het altaar ingenomen. De pastoor nam afscheid en een hulppastoor nam zijn plek in. Daarna begon een soort bewegingsritueel waarbij de ouders dan links van het bruidspaar, dan rechts of voor het paar moesten gaan staan. Ik hoop maar dat ik het morgen allemaal nog weet. Wat ik vooral moet onthouden, is dat ik niks mag zeggen. Nu fluisterde ik iets maar werd gelijk door de hulppastoor gemaand stil te zijn. 

Het was heel bijzonder om het stel zo op elkaar gefocust te zien, ze willen het goed doen. Het is natuurlijk ook een serieuze aangelegenheid, al is dit een pré-wedding. De gebeden in het Indonesisch werden vloeiend uit het hoofd opgezegd. Trots! Na afloop liet de pastoor zich nog even zien. Hij maande ons de volgende dag een half uur vroeger aanwezig te zijn. Meestal begint het hier in de loop van de ochtend te regenen. Dan is de kans groter dat de gasten droog thuis komen. Het is in dit deel van Indonesië, waar het naarmate je meer naar het Oosten gaat ontegenzeggelijk armer wordt, namelijk niet gebruikelijk dat iedereen een auto ter beschikking heeft. Voor vandaag was er ook een auto gehuurd om de buitenlandse gasten op te halen. De Indonesische kant van het stel was zelfs naar de kerk gelopen, geloof ik. 



De pastoor adviseerde me nog om morgen niet te huilen. “Het is een bruiloft, dat is geen reden om een traan te laten.” Waarschijnlijk zag hij dat de tranen me nu al hoog zaten. Ik beloof niets.   


Bu Batik II

Het schema voor de komende dagen is er. Een ambitieus schema vooral omdat iedereen elke dag om negen uur ergens moet zijn. Gelukkig slaap ik in het klooster bij de nonnen, dus dan ben je ’s ochtends vroeg wel wakker. Vanmorgen viel het me op dat de Imam van de moskee aan de overkant op hetzelfde tijdstip met zijn gebed begon als de zusters met een lied. Blijkbaar is dat tijdstip van een gebed niet zo maar gekozen. Je hoort het al, ik ben een agnost en heb geen weet van dit soort religieuze gebruiken. 


Gisteravond viel ik bijna om van de slaap na meer dan dertig uur wakker te zijn. In het vliegtuig was ik alleen op de vlucht naar Labuan Bajo tien minuten in slaap gevallen. Bij het vliegveld werd ik opgehaald door chauffeur Buddi die mij samen met Nina’s vader en zijn vriendin naar Ruteng zou brengen. Gezellig toch vier uur lang met je ex en zijn nieuwe vriendin in één auto zitten. Maar het werd niet de ‘Slag om Ruteng’, zoals een vriendin later voorzichtig vroeg. Wel ben ik de hele weg van het vliegveld Labuan Bajo naar Ruteng misselijk geweest. We hadden elkaar lang niet gezien en zaten nieuwtjes uit te wisselen. Daarbij zat ik veelal omgedraaid op mijn stoel, gericht naar de achterbank waar de anderen zaten. Totdat ik heel draaierig werd en mijn maag begon op te spelen. Overigens reden Faldy’s broer Pio en een vriend ook mee. In Indonesië is het zo dat als iemand een auto en chauffeur heeft geregeld, lees gehuurd, er altijd ook kennissen van de chauffeur opduiken die vragen of ze mee mogen rijden.



Na ruim drie uur rijden zagen we van verre de lichtjes oplichten in de heuvels rondom Ruteng. Het is een middelgrote stad met nauwelijks hoogbouw, wel met een ziekenhuis en een universiteit. Het was fijn dat we er voor zeven uur arriveerden want de zon was al ondergegaan en de wegen zijn hier niet verlicht. Het zijn smalle tweebaanswegen met voortdurend bochten zodat je een tegenligger moeilijk ziet aankomen. We waren allemaal blij dat we om half zeven de poort met opschrift ‘Selamat datang’ onderdoor reden. 

Chauffeur Buddi reed ons direct naar restaurant Agape, één van de drie toeristenrestaurants in Ruteng. Daar zaten Nina, Faldy, zijn broertje Akri en zijn moeder op ons te wachten. Het was superfijn hen weer te zien. Nina en Faldy zien er beiden ontspannen uit, al zegt Faldy wel nerveus te zijn voor de grote dag. Ik vond het ook fijn een groentensoep met een kop thee naar binnen te werken; dat hielp wel voor die draaierige buik. 


Na de maaltijd schreef Faldy zijn schema voor de komende drie dagen op de achterkant van mijn vliegticket. Maandagmorgen om 9 uur moet iedereen zich in de kathedraal melden. Dan is de doorloop van de bruiloft. Even oefenen voor morgen. We gaan het zien! 

 


zondag 13 november 2022

Bu Batik

Sophia Corona is deze week Batik Bu. Zaterdag ben ik vertrokken naar Indonesië voor zes dagen; mijn workations in Florence duurden vaak langer. Maar als je moet kiezen tussen niet gaan of maar voor zes dagen, lijkt het antwoord me simpel. Bovendien ga ik Nina en Faldy bezoeken op Flores. Ze zullen het niet fijn vinden dat ik het verklap: ze gaan trouwen! En hou een moeder maar eens tegen als haar dochter gaat trouwen. 

In Indonesië is het verplicht om eerst een trouwbelofte af te leggen voor je geloof, dus in een kerk,
tempel of moskee. Daarna kun je pas wettelijk huwen. Dinsdag aanstaande trouwen ze in de
kathedraal van Ruteng. Dit is voor hen dus hun ‘promise wedding’. In 2024 vieren ze hun bruiloft met
alle toeters en bellen. Vrienden en familie, wees gerust, de uitnodiging komt op tijd.
Ruteng is een plaats zo groot als Schiedam. Ruteng is de plaats waar Faldy’s familie woont, ongeveer
vier uur rijden met de auto vanaf Labuan Bajo. Op een reis met vriendin Susan op Flores reden we die weg ook met gids
Rino – ik kan hem hartelijk aanbevelen, zie Instagram flores.rinolelo, als je een chauffeur en/of gids
zoekt. Na een dag rijden, slalommend om de bergen, vroeg hij met een vette glimlach of we enig idee
hadden hoeveel bochten we die dag hadden gemaakt. We hebben echt serieus nog even in
gedachten zitten tellen en deden uiteindelijk maar een gok: ‘Driehonderd en twintig?’. ‘Nee, één
linker bocht en een rechter bocht’, schaterde Rino..



Dus even voor de goede orde, na een vlucht Amsterdam – Jakarta, een vlucht Jakarta – Labuan Bajo van dik drie uur, zit ik vanmiddag dus ook nog vier uur in een auto. Ruteng ligt oostelijk ten opzichte van de toeristenplaats Labuan Bajo, in de provincie Manggarai. Omdat de stad in de bergen ligt, is het daar koeler dan aan de kust. Ik was gewaarschuwd door Nina om warme kleding mee te nemen voor de koude avonden. Dat heeft ze zo vaak gezegd dat ik in het vliegtuig besefte dat ik alleen maar lange broeken en shirts met lange mouwen heb meegenomen in plaats van tropenkleding!



In Ruteng slaap ik in het nonnenklooster. De kamers zijn zoals je verwacht van een klooster, sober met alleen een kruis aan de muur. Nina zou de komende nachten ook daar slapen. Ik verheug me op de avonden daar wanneer ik alleen met mijn dochter kan praten. Fijn! Ik zal ook blij zijn als ik mijn koffer kan legen in Ruteng. Die zit vol met spullen voor Nina en Faldy, variërend van kleding tot een fles limoncello en damesverzorging, zal ik maar zeggen. 



Wel, ik ga eens kijken of het vliegtuig naar Labuan Bajo al toegankelijk is voor de passagiers. Selamat siang!