vrijdag 16 september 2016

De medina van Marrakech

Jongetjes zitten samen op de fiets, de een wijdbeens trappend, de ander op de stang, zoeken kris kras hun weg in het verkeer. Mannen in djellaba op brommers, opgewonden chauffeurs die met hun gele taxi's overal tussendoor laveren en voetgangers die proberen een gaatje in de chaos te benutten. We zijn in de medina van Marrakech.

Het is een heksenketel. Maar niemand die zich eraan stoort. We proberen de weg te vinden naar het centrale plein Jemaa-el-Fna maar dat is niet makkelijk in die wirwar van straatjes. 

Gelukkig is er een behulpzame jongeman. In ons hotel had de manager nog geadviseerd alleen de weg te vragen aan vrouwen of aan winkeliers. We weten nu waarom. De hele dag door dienen zich jonge mannen aan die quasi nonchalant een stukje meelopen met je - 'ik moet ook die kant op naar mijn huis' - en met wie je plotseling in een winkel staat. Zo hebben we een demonstratie gekregen van de wonderlijke voordelen van argan-olie, een rondleiding door een zaak met lederwaren en geroken aan tientallen kruiden.

De beste verkooptechnieken hebben we meegemaakt in een tapijtenzaak waar we bijna met een tapijt van zeshonderd euro naar huis gingen. Vooraf zeiden we dat we alleen maar wilden kijken en eigenlijk zouden we die zaak niet eens zijn binnen gegaan als onze gids niet heel charmant had gezegd dat we hier iets bijzonders zouden zien. Tuurlijk, u komt alleen kijken, ga zitten, wilt u een kopje thee? Vervolgens krijg je uitleg over de diverse technieken van het tapijtknopen, de verschillen tussen Marokkaanse tapijten en die van de Berbers. Ook weten nu we alles over het aantal knopen dat een tapijt van de beste kwaliteit moet hebben. Na afloop bedanken we de verkoper. Maar die leert me nu wat Marokkaanse woorden, zegt hij. 'Weg doen' en ' houden'. Ik mag elke keer een keus maken als hij de tapijten opruimt die de afgelopen tien minuten voor ons zijn neergelegd. Op een speelse wijze word je toch gedwongen om een tapijt te kiezen. Uiteindelijk blijft er een liggen die jij hebt gekozen en waarvan je dan niet meer met goed fatsoen kan zeggen dat je die niet wilt. Gelukkig weet Marco hoe plat onze portemonnee is en loodst hij me met een glimlach mee naar de uitgang. Buiten staat de jongeman alweer op ons te wachten. Niets gekocht, geen enkel probleem hoor, we gaan nu kijken hoe het leerlooien gaat.

Vreselijk. In een apart deel van de medina bevinden zich tientallen leerlooierijen. In de stenen bakken met 'poop en pis' -  volgens mij met pure ammoniak - worden de huiden behandeld. Ik krijg tranen in mijn ogen, niet van de lucht maar van de onmenselijke omstandigheden waarin deze mensen werken. Een ezel balkt als we voorbij lopen en we zien open wonden rond zijn neus waar vliegen vrij spel hebben. Van de gids krijgen we een bosje munt om onder onze neus te houden. Ik schaam me om het te gebruiken. 
Buiten nemen we afscheid van de jongeman. Of we niet een paar dirham hebben voor de werkers die we hebben gefotografeerd? En wat geld voor hem? Marco wordt boos op me als ik niet weg kan lopen zonder te betalen. De afgelopen uren hebben we inderdaad alle nijverheidstakken van Marrakech kunnen bewonderen en er dankzij telkens een andere 'behulpzame jongeman' er rechtstreeks naar toe kunnen lopen maar nu is het genoeg. Ik besef ook dat de man mijn en Marco's naam vroeg en daarop zei dat we in Marokko Fatima en Mustafa zouden heten en ons voortdurend zo aansprak. Het kwam heel grappig over maar nu snap ik dat hij alle toeristen zo noemt natuurlijk. In de straten zien we nu ook  andere toeristen lopen met een jongeman in hun kielzog. We hadden een plaatselijke krant moeten kopen en ermee onder onze arm moeten lopen, zoals Han van der Horst eens verklapte hoe hij in het buitenland dat soort gelukzoekers probeert te misleiden. 

We vragen aan een mevrouw de weg naar het plein en zonder poespas wijst ze de juiste route aan. Op het grote plein Jemaa-el-Fna wachten ons nieuwe uitdagingen. De aardige jongemannen schudden we nu zo af met een glimlach. Een oudere dame pakt mijn hand en wijst op foto's met beschilderde lichaamsdelen. Nee, nee, dank u wel. Ze blijft mijn hand vasthouden. ' Is dat je man, lieve kind? Is het een goede man? Hier, ik zet heel even wat op je handpalm voor de liefde.' Voor ik het weet heeft zij een fantasierijke tekening van henna op mijn hand geschilderd. Dat is dan 200 dirham.


De slangenbezweerders, tandartsen en fruitverkopers laten we over aan andere toeristen; wij besluiten terug te gaan naar onze idyllische Ryad, een oase van rust in deze hectische medina van Marrakech. Morgen is er immers weer een dag! 









Geen opmerkingen:

Een reactie posten