Het eiland Flores is een aanrader. Het havenplaatsje Labuan Bajo ligt verscholen achter andere eilandjes en heeft een prachtige baai. Zeker bij zonsondergang. In december ziet de omgeving er droog uit, behalve waar mensen de aarde regelmatig besproeien. Daar groeit bougainville en hibiscus.
Bij aankomst in Labuan Bajo zijn wij gelijk naar de haven gegaan waar voor ons een boot is geregeld die ons de komende drie dagen naar de mooiste snorkelspots zal brengen. De kapitein heeft twee helpers; echt contact hebben we niet met hen; wel zetten ze regelmatig maaltijden neer of lekkere hapjes, zoals gebakken banaan of stukken ananas. Maar we kunnen op hen rekenen als we moe van het snorkelen aangeven dat we terug op de boot willen. De trap gaat uit, snorkelattributen worden aangepakt en desnoods worden we aan boord gehesen. Ik voel me heel lui en heel gelukkig.
Struiken broccoli
Het snorkelen rondom Flores is geweldig. Onze gids Faldy (www.goindo.nl) weet de beste plekken en geeft ons tips naar welke richting we moeten zwemmen (de stroming kan hier heel sterk zijn). Het water is helder, af en toe zwemmen grote scholen vissen om ons heen en naar het koraal kan ik alleen maar met verbazing kijken. Soms lijken het struiken broccoli, dan weer staat er gewoon een soort vaas met bloemen erin en de anemonen die heen en weer deinen op de stroming, verbergen kleurrijke Nemo-visjes. Onder ons zwemt een sting ray majestueus kalm voorbij en we hebben geluk – verderop ontdekken we ook zwarte manta rays, spanwijdte zeker wel drie meter! Laat ik de schildpadden niet vergeten die langs zwemmen alsof zij zich in ‘space’ bevinden. Het is dat ik aan het snorkelen ben, anders was zeker mijn mond opengevallen van verbazing. Het is onwerkelijk mooi. De pijnlijke plekken op rug en kuiten die aan het einde van de dag verbrand zijn door de zon, neem ik graag voor lief.
Flying foxes
De avonden op de boot zijn trouwens ook bijzonder. De eerste avond liggen we voor anker bij een mangrove bos waar bij zonsondergang, echt op de minuut! – ‘flying foxes’, grote vleermuizen, met tienduizenden overvliegen naar het vaste land. Daarna kijken we op het dak van de boot naar de sterrenhemel. Zoveel sterren zie je in Nederland niet!
Al voor negenen liggen we meestal in bed. Marco en ik hebben samen een kooi, onze koffers kunnen net rechtop staan en een raam ontbreekt. Waarom er een gordijntje hangt, dat de hele tijd omhoog wappert, snap ik niet. Er is weliswaar een douche aan boord met zoet water, waar we het zoute water afspoelen na het zwemmen, maar echt schoon kan ik me hier niet voelen. Nou ja, het is maar voor een paar dagen. Tanden poetsen lukt wel met water uit een flesje. En mijn haar piekt door het zeewater alle kanten op. Gelukkig heb ik geen spiegels aan boord kunnen ontdekken.
Lichtend plankton
Als ik ’s nachts naar het toilet ga, zie ik bergen op het land naast ons, in het water zie ik plankton als helblauwe spikkels voorbij stromen. En dan die sterren boven mijn hoofd. Het zijn heerlijke dagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten