The Grampains.
Het is Kerstavond. De camper staat op een schaduwrijke plek, de koelbox zit vol - voor de helft overigens al met ijsblokken - en aan de campingstoelen heb ik slingers gehangen. Ingrediënten voor een luie Kerstavond zou je denken. Maar we logeren momenteel in The Grampians, het grootste Nationale park van Victoria, Australië. Prachtig, met rotsformaties, watervallen en uitkijkpunten die alleen bereikbaar zijn via een rotsachtig pad.
Daar willen we natuurlijk de zon onder zien gaan. Kerst in Australië. Het is dat je af en toe Jingle Bells hoort en in sommige stadjes enkele strobalen zijn gebruikt om een kersttafereel uit te beelden, maar anders doet de sfeer her in niks aan Kerstmis thuis in Nederland denken. Het is heerlijk om met een camper rond te rijden.
Soms denken we van tevoren ergens twee nachten te blijven, maar dan is het ochtend, zijn we uitgerust en pakken we alweer de kaart om een route uit te stippelen. Dat heeft ons tot nu toe gebracht langs de kust onder Sydney, dwars door de Snowy Mountains, in Melbourne, op Phillip Island en nu dan het binnenland in.
Philip Island, eiland van de pinguins
Het rijden met de camper bevalt ons goed. Onderweg kijken we om ons heen. De natuur is hier zo overweldigend. In Boomtoppen zie je als je geluk hebt de Koala's zitten.
Een kangaroe hupt gauw het bos weer in en in dit park lopen ook die enorme emoes rond.
De dieren maken het verschil ten opzichte van Europa. Daaraan merk je dat je niet in Duitsland of Italië bent. Neem nou Phillip Island, het lijkt op Texel met de duinenrij en schapen langs de weg. Maar aan de waterkant staan pelikanen, in de lucht scheren papegaaien in bonte kleuren langs de je hoofd. Het meest bijzondere was de Pinguin Parade. Bij zonsondergang komen piepkleine pinguins aan land om de nacht door te brengen in de duinen. Opeens zie je groepjes pinguins opduiken, waggelend werken ze zich door het zand en ze gooien zich gewoon op het gras en werken zich - best wel snel - een weg naar boven. De bezoekers zitten op een tribune langs de zee.
Omdat we nog niet wisten hoe leuk we de parade zouden vinden, ergerden we ons aan de mensen om ons heen. Popcorn etend, duwend, precies voor je neus gaan zitten op het laatste moment. Het was een Pathé-bioscoop voor een matineevoorstelling. Toen kwamen de pinguins! Het was net een invasie, op verschillende plekken kwamen groepjes aan wal. Vanaf de tribune was een plankier gelegd waarop je de pinguins helemaal kon volgen op hun weg naar hun nesten bovenop het duin. De kleintjes maakten toch een lawaai. Het was een gekrakeel van jewelste.
En dan heb ik het niet gehad over de mensen die we ontmoeten. Tjonge, van de vriendelijkheid kunnen we in Nederland nog wat leren hoor. Ik raakte in gesprek met Lynn, die de dag doorbracht in een camper in Melbourne omdat ze de volgende morgen om 05 uur moest werken in de buurt. Ik liet haar mijn plastic champagneglas zien dat we hadden gekocht om niet de wijn uit de plastic campingbekers te hoeven drinken. Even later kwam ze twee kristallen wijnglazen brengen.
Je begrijpt dat de fles snel leeg was. Het was op dat moment bloedheet in Melbourne en het was heerlijk om zittend in de schaduw met elkaar over van alles en nog wat te praten. Ze nodigden ons uit voor een verblijf in hun guesthouse. Alleen met Kerst waren ze naar familie. Met Boxing Day, onze Tweede Kerstdag, waren ze wel vrij en konden met ons een wandeling door de Dandenongmountains maken. Helaas waren wij al in de tussentijd een heel andere kant op gereden en terug keren is geen optie. Zo komt het dat we in The Grampians zitten met de kerst. Morgen gaan we een lange wandeling maken, vroeg op, veel water mee en de droge boterhammen die nog resteren na ons kerstontbijt. Volgend jaar vieren we weer Kerst thuis!