woensdag 25 december 2013

Merry Christmas

Eerste Kerstdag

Wat een heerlijke dag! Op Eerste Kerstdag werden we wakker gemaakt door de vele witte kakatoes met gele kuif die hier rond de camping zwermen. Onze Australische buren waren al naar de ochtendmis. Gisteravond nodigden ze ons uit voor een potje kaarten. Natuurlijk gingen we bij de eerste schemering, toen hun kinderen op bed lagen, met ons campingstoeltje en een fles bubbels naar de buren. Deena en Mark waren samen met haar ouders John en (and this is mine) Rosebell naar het National Park The Grampians gegaan om daar Kerst te vieren. John leek wel enigszins op Santa Claus. Een baard, brilletje, grote buik en daarover gekleurde bretels. Het verbaasde ons niets dat hij in hun woonplaats Victor Harbour, onder Adelaide, ook vaak voor de Kerstman had gespeeld. Een excentrieke man, die na zijn pensionering bijen ging houden en aarbeien kweekte. Hij verloor telkens met kaarten trouwens. Het ging hem duidelijk meer om de sfeer en de gezelligheid dan om het winnen. Eerder die dag was hij ook al bij ons langs geweest voor een 'small talk'. We kregen subiet zijn telefoonnummer voor als we in de  buurt kwamen. Het beste was om rond het avondeten te bellen dan konden we nog mee-eten.


Het verbaast ons steeds: veel Australiërs zijn ongelooflijk open en gastvrij. Eerst kregen we een uitnodiging om de kerst door te brengen in het guesthouse van een stel op de camping in Melbourne en nu deze uitnodiging weer.

Wandeling naar The Pinnacles

Tijdens onze wandeling door het Nationale Park The Grampians vandaag werden we ook voortdurend begroet met 'Merry Christmas!'. Terwijl iedereen zich staande probeerde te houden op een miniem stukje rots dat een pad zou moeten zijn, klonk nog de hartelijke begroeting. Een waanzinnig mooie beklimming trouwens. We hadden een wandeling uitgekozen - waarom nemen wij dan toch altijd de langste overigens? - van circa tien kilometer. De tocht was echt heel goed uitgezet. Het merendeel ging over rotspartijen waarbij een pijl de juiste richting aangaf, maar soms was er ook een leuning aangebracht waaraan je je omhoog kon trekken. De beloning was een droge waterval, wat wil je met die hitte hier, maar ook een look out over Victoria valley. Wij werkten ons puffend en steunend omhoog, gelukkig dacht ik nu niet meer aan die tientallen muggenbeten op mijn benen. Mijn gezicht leek te exploderen in die brandende zon en met Nina's waarschuwingen in gedachten smeerde ik maar weer braaf mijn gezicht in met factor 30. 

Af en toe zag je een salamander wegschieten, maar veel dieren zagen we daar niet. We liepen af en toe gelijk op met een stel dat uit Maleise kwam. Zij liepen heel irritant lichtvoetig met teenslippers over die rotsen. De man sprong gewoon met zijn slippertjes hup hup naar beneden. Maar ja, zij bleken een korte route te lopen gelukkig. Bij de parkeerplaats aangekomen bleek dat we een andere afslag hadden genomen. Onze auto stond aan de andere kant van de bergkam. We waren inmiddels zo'n vier uur onderweg en hoewel we genoeg water bij ons hadden, kregen we hallucinaties van koud bier en een milkshake. (We hadden voor lunch een christmas fruit mince pie haha). Gelukkig zag ik het stel uit Maleisie weer en ja hoor zij wilden ons wel bij de juiste parkeerplaats afzetten. Er zijn overal aardige mensen! Op de camping bleek de Nederlandse eigenares - van Halls Gap Lakeside tourist park http://www.hallsgaplakeside.com/ - ook een middag vrij. Het bier en de milkshake komen nog wel een andere dag. Het kopje thee smaakte ook heerlijk. Morgen trekken we weer verder. We gaan omhoog, richting  Brisbane. Onderweg bezoeken we nog één van de goudzoekersstadjes die je hier veel hebt. Begin 1900 werd in dit gebied veel goud gevonden. Ben benieuwd. Nu eerst genieten van het kampvuur in het halve olievat dat we hebben gemaakt. 


Merry Christmas!

Kerst in the outback

The Grampains.

Het is Kerstavond. De camper staat op een schaduwrijke plek, de koelbox zit vol - voor de helft overigens al met ijsblokken - en aan de campingstoelen heb ik slingers gehangen. Ingrediënten voor een luie Kerstavond zou je denken. Maar we logeren momenteel in The Grampians, het grootste Nationale park van Victoria, Australië. Prachtig, met rotsformaties, watervallen en uitkijkpunten die alleen bereikbaar zijn via een rotsachtig pad.



Daar willen we natuurlijk de zon onder zien gaan. Kerst in Australië. Het is dat je af en toe Jingle Bells hoort en in sommige stadjes enkele strobalen zijn gebruikt om een kersttafereel uit te beelden, maar anders doet de sfeer her in niks aan Kerstmis thuis in Nederland denken. Het is heerlijk om met een camper rond te rijden.


Soms denken we van tevoren ergens twee nachten te blijven, maar dan is het ochtend, zijn we uitgerust en pakken we alweer de kaart om een route uit te stippelen. Dat heeft ons tot nu toe gebracht langs de kust onder Sydney, dwars door de Snowy Mountains, in Melbourne, op Phillip Island en nu dan het binnenland in.

Philip Island, eiland van de pinguins

Het rijden met de camper bevalt ons goed. Onderweg kijken we om ons heen. De natuur is hier zo overweldigend. In Boomtoppen zie je als je geluk hebt de Koala's zitten.


Een kangaroe hupt gauw het bos weer in en in dit park lopen ook die enorme emoes rond.


De dieren maken het verschil ten opzichte van Europa. Daaraan merk je dat je niet in Duitsland of Italië bent. Neem nou Phillip Island, het lijkt op Texel met de duinenrij en schapen langs de weg. Maar aan de waterkant staan pelikanen, in de lucht scheren papegaaien in bonte kleuren langs de je hoofd. Het meest bijzondere was de Pinguin Parade. Bij zonsondergang komen piepkleine pinguins aan land om de nacht door te brengen in de duinen. Opeens zie je groepjes pinguins opduiken, waggelend werken ze zich door het zand en ze gooien zich gewoon op het gras en werken zich - best wel snel - een weg naar boven. De bezoekers zitten op een tribune langs de zee.



Omdat we nog niet wisten hoe leuk we de parade zouden vinden, ergerden we ons aan de mensen om ons heen. Popcorn etend, duwend, precies voor je neus gaan zitten op het laatste moment. Het was een Pathé-bioscoop voor een matineevoorstelling. Toen kwamen de pinguins! Het was net een invasie, op verschillende plekken kwamen groepjes aan wal. Vanaf de tribune was een plankier gelegd waarop je de pinguins helemaal kon volgen op hun weg naar hun nesten bovenop het duin. De kleintjes maakten toch een lawaai. Het was een gekrakeel van jewelste.

En dan heb ik het niet gehad over de mensen die we ontmoeten. Tjonge, van de vriendelijkheid kunnen we in Nederland nog wat leren hoor. Ik raakte in gesprek met Lynn, die de dag doorbracht in een camper in Melbourne omdat ze de volgende morgen om 05 uur moest werken in de buurt. Ik liet haar mijn plastic champagneglas zien dat we hadden gekocht om niet de wijn uit de plastic campingbekers te hoeven drinken. Even later kwam ze twee kristallen wijnglazen brengen.


Je begrijpt dat de fles snel leeg was. Het was op dat moment bloedheet in Melbourne en het was heerlijk om zittend in de schaduw met elkaar over van alles en nog wat te praten. Ze nodigden ons uit voor een verblijf in hun guesthouse. Alleen met Kerst waren ze naar familie. Met Boxing Day, onze Tweede Kerstdag, waren ze wel vrij en konden met ons een wandeling door de Dandenongmountains maken. Helaas waren wij al in de tussentijd een heel andere kant op gereden en terug keren is geen optie. Zo komt het dat we in The Grampians zitten met de kerst. Morgen gaan we een lange wandeling maken, vroeg op, veel water mee en de droge boterhammen die nog resteren na ons kerstontbijt. Volgend jaar vieren we weer Kerst thuis!

vrijdag 4 oktober 2013

Cuba, Oldtimers, paard-en-wagens en een Peugot 306




Havana, 11.00 uur.
De Spaans koloniale huizen in de oude wijk zijn prachtig maar verloederd. In de straten krioelt het van mensen, honden en kippen. Het beeld van Cuba, waar Amerikaanse oldtimers rijden en tandeloze oma’s met een sigaar in de mondhoek zitten, bestaat echt. Maar het beeld van een hartelijke bevolking die de toeristen voortdurend verwelkomen, kende ik niet.



Al jaren was er het plan om naar Cuba te gaan. Misschien toch uit angst voor dit deel van de wereld, dat over het algemeen niet zo goed bekend staat, was het er niet van gekomen. Op deze 9-daagse reis (http://www.abctravel.nl) over het westelijke deel van het Caraibische eiland heb ik me vaak afgevraagd waarom ik hier nooit eerder ben geweest. Ik heb me nog niet eerder zo welkom gevoeld! Cubanen vinden het gewoon hartstikke leuk dat je de moeite neemt er te komen en met hen te praten. 




De Bueno Vista Social Club 
Natuurlijk proberen ze allerlei waren aan je te verkopen en ook vragen ze soms geld als je een foto wilt nemen. In een bar in Havana waar later die middag – een deel van – de Bueno Vista Social Club zou optreden, moesten we 36 CUC voor 6 cocktails betalen. Ter vergelijking: een tweepersoons kamer in een casa particular kost circa 20 CUC per nacht. Een gerecht met kreeft, fruit, rijst, salade en een drankje 15 CUC. Maar de barman lachte charmant, gaf een kushand: “Soms betaal je ook voor de sfeer.” En daar kon ik hem geen ongelijk in geven. 




Even daarvoor was ik als een koningin achter de toog geleid en mocht ik zelf de Compay Secundo maken, een cocktail genoemd naar een befaamde Cubaanse zanger. Pak een longdrinkglas, doe er twee vingers ananassiroop in, wat takjes munt, stamp met een vijzel aan, doe er een glaasje rum in, 4 ijsblokjes en schenk het glas vol met tonic. Onder luid applaus van het hele cafe volbracht ik de klus!




Wij zaten daar trouwens met Amay, een jonge Creoolse vrouw. Susan had haar per ongeluk aangestoten bij het passeren. “Where do you come from? Holland? Oh, baseball!!” En ze gierde van het lachen omdat het eigenlijk veel betere Cubaanse team verloren had van Holland dit jaar. Amay gaf basketballes aan jongetjes. Meisjes waren maar zeurkousen, vond ze. Ze zorgde voor haar zoontje. Met enig venijn in haar stem vertelde ze dat jongeren in Cuba kostenloos kunnen studeren en wonen, maar niet als ze kinderen hebben. Amay sprak Spaans en wij Engels. Maar zonder al te veel problemen hadden we het over opgroeien op Cuba als vrouw, over de voorzieningen op school en over politiek. Ook wilde Amay graag weten of we in Holland echt drugs mogen gebruiken. Op Cuba gebeurde het wel, maar stiekem.




Toen we na een uur lichtelijk aangeschoten, want het was nog vroeg (oeps, maar vakantie) weer op pad gingen, omhelsden we haar. Wetend dat hier een slimme vrouw stond die waarschijnlijk niet zoveel kansen zou krijgen in dit deel van de wereld. 

Havana is als een aan lager wal geraakte filmster. Prachtige gebouwen, barok, veel Spaanse en ook Moorse architectuur. Achter de hoge houten deuren bevindt zich vaak een oase van groen op een patio. Slechts een enkel huis is opgeknapt. Vaak zag je werklieden bezig met het ruimen van puin uit een huis. Wat vooral opvalt zijn de huizen die worden gestut of waarvan alleen de voorgevel nog overeind staat. Toch is Havana 1 van de leukste steden die ik ken. De mensen zijn aardig, er is een relaxt sfeertje, de stad is fraai ondanks het verval. En in vrijwel elke bar of op de hoek van de straat speelt een salsa-band. 




Het leven lijkt met niet gemakkelijk hier. Een lerares verdient 20 CUC per maand. Veel producten kunnen alleen met bonnen worden gekocht, zoals suiker, zout en meel. Er is zelfs een apart geldsysteem voor Cubanen, die de CUP hebben, en toeristen. Veel producten zijn daarom voor heb niet betaalbaar. De meesten hebben geen paspoort en ook op het eiland zelf komen ze niet ver want het openbaar vervoer is te duur. Daarom zie je hier zoveel lifters. 

De vallei van Vinales 



De gids Antonio, met wie we een wandeltocht van drie uur door de vallei van Vinales (spreek uit: Bie-njales) maakten, smulde van onze toer over het eiland. “Als ik naar Trinidad ga, moet ik met de bus, daar een overnachting regelen, eten. Dat geld heb ik niet.” Hij studeert sinds de dood van zijn vader in Pinar del Rio in plaats van in Havana, wat drie uur rijden verder ligt. De busreis elke week naar zijn moeders huis is te duur. Daarom studeert hij nu ‘ maar’  economie en geen civiele techniek in de hoofdstad. “Ik wil in ieder geval een diploma halen.” Vol trots vertelde hij over de omgeving waar hij was geboren, over de cultuur van zijn land (“I love to play domino en the cockfights”) en over het feit dat hij zonder meer zijn laatste bankbiljet zou uitgeven om zijn vrienden iets aan te bieden, dan alleen voor zichzelf te betalen, zoals hij een Belg hoorde vertellen. 




Het klinkt allemaal zwaar. Toch is er geen jaloezie te bekennen tegenover de kapitalistische toerist. Als ik interesse toon voor een vrucht, schilt de verkoper deze en biedt een ‘bergananas’ aan. We bedanken vrolijk. En als we een foto maken van een muzikant die daarvoor eigenlijk geld wil hebben, lachen we weer en hij ook. Hun manier om geld te verdienen aan toeristen is niet agressief, althans zo is de ervaring deze week. Met een lach voorkom je veel ongenoegen. “Jullie zijn de vrolijkste gasten die in mijn Casa hebben gelogeerd”,  constateert Marilyn bij het afscheid. 







Het prachtige groene eiland, de muziek die je overal hoort, de gastvrije mensen maken ons vrolijk. We vragen ons af waarom we al zo lang rondlopen met het plan om naar Cuba te gaan en het nu pas doen. 



Bevreesd voor criminaliteit en illegale zaken. Dat er aan ons nog gevraagd zou worden of we toevallig tot de maffia behoren, zo scherp onderhandelen we bij een sigarenboer, hadden we vooraf nooit kunnen bedenken.


Wil je ook zo'n mooie reis maken naar Cuba dan kunnen we deze eventueel voor je verzorgen. Vluchten,  bijzondere hotels, een op maat gesneden programma, alles is mogelijk. Neem gerust kontakt met ons via viefevijftigersoppad@gmail.com . We kunnen je dan een passende aanbieding doen.

woensdag 3 juli 2013

Doe lekker es Spaans koop een mapje

Een vriend vertelde dat hij altijd als hij op vakantie was een lokale krant kocht, deze onder z’n arm meenam naar het park, de krant opensloeg en de foto’s ging bekijken. De gedachte erachter was dat hij er dan meer als een local dan als een toerist uitzag en dus ook niet gehinderd zou worden door de vele souvernirverkopers tijdens zijn wandelingen door de stad. Trots liep bij zo dan door de stad.
De hele vakantie had hij dezelfde krant bij zich, een prima investering vond hij zelf.
Welnu, als je er echt bij wil horen in Spanje.... koop een mapje, hou die in je hand en loop ermee rond. Je ontvangt een knik van de kapper, je bakker lacht je toe en de barman schenkt je een extra groot glas in, ze zien het gelijk.....je bent een van hen.



 Het mapje

Koop niet zomaar een mapje, er zijn een paar eisen waaraan zo’n mapje moet voldoen. Neem geen transparant mapje. Doe je dat, dan kan degene waar je een praatje mee aan het maken ben (je zal zien, je wordt vanzelf aangeklampt door een mede mapjesdrager) zien wat erin zit. Dat kan niet de bedoeling zijn. De inhoud is geheim en dient met de grootste zorg behandeld te worden. Als je dan toch een stapeltje papieren laat zien, zorg dan in ieder geval dat deze gebundeld zijn. Een grote paperclip is je ware. Grote Stempels op de documenten? Respect!! Je  hoeft de rest van de dag niets meer zelf te kopen. 

Hou hem onder je arm, niet onder je oksel, dat kan echt niet.
Een dunner mapje kan je eventueel gewoon los in je hand houden maar doe het nonchalant en hou de open kant goed vast.  De kunst zit hem erin om het mapje net vast te houden tussen twee vingers en je duim, dat zijn de ware profs. Het liefst met een sigaretje ertussen.

Waarom een mapje zo jedenken
Wat ze ermee doen, waar ze naartoegaan en wie de papieren nodig heeft moet je niet vragen. In deze tijd met internet en e-mail, alles in the cloud en iPads is het  niet echt nodig om met een stapeltje rond te lopen zou je denken.

Maar wat is er beter... een mailtje sturen naar je collega aan de overkant van je bureau of het mailtje uit te printen, in een mapje te stoppen en via het cafe buiten (het is toevallig koffiepauze, maar het werk moet door) deze zelf af te geven. Dat je dan ook nog net je collega tegen komt in het cafe maakt het allemaal nog bijzonderder.



Natuurlijk niet het printje uit het mapje halen en aan hem geven, dat is natuurlijk niet de bedoeling. Straks ziet je collega nog wat er verder erinzit......




























zondag 14 april 2013

Weerzien met Ray in New York







Een paar dagen New York is al een spannend vooruitzicht, maar een afspraak met een New Yorker maakt een bezoek aan The city that never sleeps extra bijzonder. Na een paar dagen samen heerlijk door de stad struinen was het dan zaterdagmiddag. Om half vijf hadden we een afspraak bij de fontein in het park voor City Hall met Ray Houdtzagers. Marco en ik hadden hem ontmoet in de trein van Bandung naar Yogyakarta in december. Zijn ouders maakten een sentimental journey door hun geboorteland Nederlands-Indië en hij vergezelde hen. We waren de enige reizigers in de coupe op een treinreis die zes uur duurde dus we waren al gauw in gesprek. 

Ruud, Marianne en Ray.


Ruud en Marianne hadden tot de onafhankelijkheid van Nederlands-Indie daar gewoond. Nu, na zo’n vijftig jaar, waren zij terug. Jakarta was vreselijk, vond Ruud, die met weemoed terugdacht aan de fraaie instrastructuur van de stad. Een heel verschil met die wirwar aan auto’s, brommers en andere vervoermiddelen die allemaal door de binnenstad van die miljoenenstad krioelen. In de trein hadden zij uitzicht op de Preanger en dat bracht prettige herinneringen naar boven. We maakten ook kennis met hun zoon Ray, die weliswaar in Leiden was geboren en de Nederlandse taal wel begreep maar niet sprak. 


Marco en ik kletsen nog wel tegen lantaarnpalen, vooral als we gedestilleerd op hebben, dus spraken we al gauw in een Engels mengelmoes met elkaar. Op een klein stationnetje voor Yogya stapten zij uit, tot het laatst toe zwaaiend tussen alle handelaars door die op het perron schalen etenswaar, varierend van kippekluiven, eendeneieren tot gebakken nasi in bananenbladeren, aanbieden.

Twee dagen later kwamen we elkaar weer tegen in de kraton van de sultan van Yogyakarta. Het was een weerzien met oude vrienden. 



Terug in Nederland hielden we via e-mail contact met elkaar. Ruud en Marianne wonen in Florida en Ray in – je raadt het al – New York. Toen hij in een mail schreef dat we het zeker moesten laten weten als we ooit eens die kant op kwamen, schreven we beschroomd terug. Toevallig komen we binnenkort! En zo hadden we een afspraak bij het stadhuis in lower Manhattan. 

Brooklyn Bridge

Vooraf had hij ons gevraagd of we naar de High Line wilden met hem of lopend over de Brooklyn Bridge naar Brooklyn en daar een restaurantje opzoeken. De High Line kende ik van een vorig bezoek aan de stad; als toerist kom je echter niet zo snel in Brooklyn en zo was de keus snel gemaakt. Aan het einde van die zaterdagmiddag was het druk in het parkje bij City Hall, maar Ray herkenden we al snel. In zijn felgele jack sprong hij er uit. Vreemd is het dat je iemand zo kort kent, maar dat hij zo vertrouwt is!



Al pratend liepen we – samen met talloze andere toeristen, fietsers, joggers, families – over de brug. Ray vertelde over zijn werk, bij een kantoor dat aan Times Square staat. Waarschijnlijk is hij de meest gefotografeerde persoon daar, vertelde hij, met een bureau aan het raam waarop 1 van die waanzinnige reclames staat. Dagelijks pendelt hij heen en weer van zijn appartement in New Jersey naar het werk in hartje New York. Wie jaloers is, moet weten dat hij zeker zestig uur per week werkt, en maar voor veertig uur betaald krijgt. En omdat hij al vijftien jaar bij deze baas werkt, wat een unicum schijnt te zijn daar, heeft hij recht op meer vrije dagen. Zeker een stuk of zeventien! 



In de wijk Brooklyn vroeg hij of we voorkeur hadden voor een bepaalde keuken. Hij haalde een keurig mapje tevoorschijn met recensies van restaurants in verschillende buurten en een afdruk van Google Maps met de route er naar toe. Zijn voorstel om te gaan eten in een Mexicaans ‘roof top’ restaurant aan de waterkant met uitzicht op de skyline van Manhattan, vonden we natuurlijk top! In een wijk langs de industriele havenkant, die waarschijnlijk over drie jaar een hotspot is - want ontdekt, zit Alma. 

 Alma is brooklyn's finest


Alma is a landmark in the New York dining scene. Built from the ground up, handcrafted by the four owners, each of the three floors offers a unique atmosphere. In 2002, Alma opened its doors under the auspice of Chef Gary Jacobson. Carrying on his tradition, Chef Hans Dannerhoj continues to create sophisticated and memorable cuisine. Guests flock to the roof deck year-round for brunch and dinner. The roof deck is heated in the winter and open air in the summer with unrivaled panoramic views of Manhattan. From the second floor dining room or the deck the sunsets captured at Alma are like no other. 



Aan de bar zat Kirstie Alley volgens mij, te flirten met de barman. Dit was een cafe waar de jonge bewoners uit de buurt de zaterdagmiddag uitluiden. Ray regelde een tafel op de bovenste verdieping waar we na een uurtje borrelen konden gaan zitten. De zon ging net onder en het uitzicht was wonderschoon. Pas vanaf een afstandje kun je de muur die de wolkenkrabbers vormen pas goed aanschouwen. Een heerlijke margarita en brood met de lekkerste guacamole die we ooit hebben geproefd, waren onze starters. De porties in Amerika zijn gigantisch. Het is niet vreemd dat burgemeester Bloomberg – overigens tevergeefs - bijvoorbeeld het grootste formaat frisdrank (soms wel een liter) wilde verbieden. Ook de gerechten op borden kunnen wij Hollanders niet aan. Marco en ik hebben ons best gedaan met een steak chili en fajita. Toch vragen ze aan ons altijd of het wel smaakte!

Op naar naar Greenwich Village

Ondanks dat het etentje in Alma onze dag al helemaal tot een succes maakte, duwde Ray ons in een taxi en bracht ons naar Greenwich Village. Hoewel we eigenlijk in een juichstemming waren – door goed gezelschap, een waanzinnig restaurant en lekker eten – zaten we in de taxi opeens in een filosofisch gesprek met de Egyptisch-Syrische chauffeur. Hebben wij weer. Hij was naar Amerika geemigreerd om zijn kinderen een beter leven te kunnen bieden. Die studeerden, hij had hier een mooi huis, zijn vrouw was tevreden, maar hier reed hij dan, op een zaterdagnacht, in een taxi in plaats met vrienden een lekker biertje te drinken. Het is hard werken, heel hard werken, hoorden wij. Ook Ray had zich afgevraagd hoe zijn leven zou zijn verlopen als hij niet op zijn derde naar Amerika was  verhuisd maar in Nederland was gebleven.

Tijd voor ontspanning, zou je zeggen, nou daar was dan The Duplex! 

The Duplex! 


THE DUPLEX, New York City's world famous cabaret and piano bar, is located in the heart of West Greenwich Village in Manhattan.

The ever popular DUPLEX boasts a piano bar with open mic every night of the week, an upstairs bar and an intimate off-Broadway cabaret theatre, all hosted by New York's friendliest staff.

In Greenwich Village, The Duplex Cabaret Theatre is experiencing a renewal..." Stephen Holden, The New York Times 



Als trouwe bezoekers hingen we aan de bar, ondertussen luid meezingend met de Motown-songs die de pianist inzette. Doordat er zoveel talent in New York is op het gebied van toneel en zang, zijn er verschillende gelegenheden waar ‘a la improvise’ wordt gezongen. De barman van The Duplex ging ook achter de microfoon staan en vroeg of hij een lied aan iemand kon opdragen. Geen reactie. Was er dan niemand die iets te vieren had? Stilte. Nou ja, mensen die mij kennen houden hun hart al vast, want stiltes vind ik onweerstaanbaar. Daar zat ik alweer met een hand in de lucht. Wat ik dan te vieren had? De vriendschap tussen ons drieen, riep ik terug. Toen Ray het inmiddels geinteresseerde publiek vertelde dat wij elkaar drie maanden kenden, moest de barman vreselijk lachen. Toch droeg hij zijn nummer aan ons op en klinkend met onze glazen toostten Ray, Marco en ik op onze vriendschap.
Later die nacht namen we afscheid in de metro. Wij gingen uptown naar ons hotel aan de 35e straat en Ray hoopte de laatste bus naar New Jersey te kunnen halen. 


Een memorabele avond met een goede vriend! Tot gauw, Ray.

Wil je ook zo'n mooie reis maken naar New York dan kunnen we deze eventueel voor je verzorgen.  Vluchten,  bijzondere hotels, een op maat gesneden programma, alles is mogelijk. Neem gerust kontakt met ons via viefevijftigersoppad@gmail.com . We kunnen je dan een passende aanbieding doen.

zondag 13 januari 2013

Wat kostte dat nou... Zo'n reis naar Indonesie?

Weer terug in Nederland, vol met verhalen en iedereen is heel nieuwsgierig naar onze bevindingen en de indrukken. Regelmatig wordt er verzucht:
Och kon ik maar es zo’n reis maken maar dat is natuurlijk veelste duur he......  

Voor veel mensen is een reis naar Indonesie de ultieme reiservaring een droom die ver weg is. Als je het geluk heb dat er iemand is die je dit kado doet spring je een gat in de lucht maar als je het allemaal zelf moet betalen is het dan een reis die maar voor weinigen is weggelegd denk je.....


Hier een vergelijk.


Op onze blog is  te lezen hoe wij ons voorbereid hebben, we zijn dus niet met een gezelschap gegaan. Alles hebben we zelf geregeld en via diverse websites de overnachtingen gereserveerd. Je kan natuurlijk alles laten regelen en bijvoorbeeld via http://www.djoser.nl/rondreis_indonesie/17_dagen_java_bali/ een 17 daagse reis boeken vanaf 1750 euro. Je gaat dan wel met een reisgezelschap en het echte Java of Bali kom je dan nauwelijks tegen. Het schema is strak en laat geen ruimte om een dag langer te blijven, of een stad over te slaan en je eigen gang te gaan.
 



Stel nou dat je een jaar van tevoren bedenkt dat 17 dagen Indonesie je ultieme vakantie gaat worden. Je heb er redelijk wat voor over om dat te doen dus je besluit om er ook wat voor te laten.



Je gaat normaliter een weekje op skivakantie, een midweekje ertussenuit in de lente, met zomervakantie 2 weken naar Italie of Frankrijk en in het najaar ga je nog een weekendje weg naar zeg maar Antwerpen. Je beoefent een sport, en eens in de 2 maanden ga je lekker uit eten met zn tweeen. 



Een beetje Googelen naar de kosten van bovenstaande kom ik gemiddeld op de volgende kosten:



Via wintersporters.nl werd deze vraag gesteld:

Wat kost het nu gemiddeld, zo'n wintervakantie?



Antwoord:

Hangt van de situatie af. Soms ben ik luxe gegaan, soms basic. Gemiddeld door de jaren heen voor een week (6-7 skidagen) ongeveer 850 euro per persoon.



Met zn tweeen dus 1700 euro voor een week.


Midweek in de lente:
In neem een willekeurige datum en plaats:

Best Western Hotel

midweek april

314,30 euro  4 nachten

4 x avond eten (20 euro pp per dag)  en een drankje en zo 200 euro



Voor een midweek 514,30 euro







2 weken vakantie in Frankrijk met een tent in juni naar de Ardeche

Via de ANWB geboekt RCN La Bastide en Ardèche



278,50 euro voor twee weken.

14 dagen eten, ijsje, drankje 25 euro per persoon per dag 700 euro

Benzine en zo: 350 euro

Voor twee weken vakantie in de Ardeche: 1350 euro /afgerond hoor, voor met zn tweeen


Weekendje weg Antwerpen 
2 nachten inclusief ontbijt. 170 euro eten en een drankje 50 x 2 = 100 euro. Totaal 270 euro.
 




Sport


contributie (ongeveer hoor) bij hockeyclub Zoetermeer 305 euro x 2 = 610 euro met een drankje erbij 20 euro per maand kom je op ongeveer 800 euro met zn tweeen





Je ziet het.. als je al je leuke dingen van een jaar bij elkaar optelt en je doet voor een jaar geen hele gekke dingen, blijf je thuis i.p.v. de vakanties, dan kom je al snel op een bedrag waar je  het volgende jaar comfortabel 17 heerlijke dagen op Java en Bali kan vertoeven. Inclusief vervoer, vlucht, eten, drinken de hele santekraam en nog veel meer.

Je heb dan niet eens je spaarcentjes aangesproken om je oh zo mooie droomvakantie te verwezenlijken waar je al zo lang naar uitkijkt en denkt dat het onmogelijk is dat jij ooit zo’ n reis gaat maken.



Wat je ervoor terug krijgt is een onvergetelijke ervaring van een stukje wereld die nog zo puur en mooi is dat je je wel ervoor moet waken niet verliefd te worden op Indonesie. Twee keer naar Indonesie in een jaar is wel heel erg decadent....toch?????? Alhoewel.......

Wil je ook zo'n mooie reis maken naar Indonesië dan kunnen we deze eventueel voor je verzorgen.  Vluchten,  bijzondere hotels, gidsen, een op maat gesneden programma, alles is mogelijk. Neem gerust kontakt met ons via viefevijftigersoppad@gmail.com. We kunnen je dan een passende aanbieding doen.

vrijdag 4 januari 2013

Java of Bali



Java of Bali

In het vliegtuig terug naar Nederland hebben we onafhankelijk van elkaar  opgeschreven naar welk eiland de voorkeur uitgaat: Java of Bali.
Natuurlijk niet vreemd om te vermelden dat we allebei voor hetzelfde eiland gekozen hebben (met een becakbanddikte  verschil overigens).



Marco:
Java!
Marianne:
Java

Marco:
Voor mij was Java de portal voor Indonesië, dus dat was een pluspunt. Java is ook veelzijdiger, vrolijker. Er zit veel meer dynamiek op dit eiland, de cultuur is hier breder en de hectiek van de steden is verslavend. Het zuigt je op en laat je niet meer los. De mensen zijn van een bevrijdende openheid. Als je je door de vele verkopers heen kan doorworstelen en je de hitte niet meer voelt wordt alles mooier, maar daar moet er wel eerst doorheen.
Als je last blijft houden van de warmte of van de vele vragen om op de foto te mogen heb je het zwaar. Natuurlijk telde het ook mee dat op Java toch het grootste deel van de jeugd van m’n vader zich afspeelde.



Bali vond ik zachter, weker misschien, toch te veel van hetzelfde (maar wel van een ongekende schoonheid). Bali pakte me niet zo als Java dat deed.
Misschien dat de uitkomst anders zou zijn als we andersom de reis hadden gemaakt? Ik betwijfel het

Marianne:
Bali heeft een prachtige natuur, de rijstvelden zien er daar op z’n mooist uit. En bij ieder huis staat wel een fraaie tempel. De mensen zijn open en aardig. Toch kies ik voor Java omdat elke stad daar weer anders is. Bali vergelijken met Java voelt enigszins als Bergen aan zee met Amsterdam vergelijken: Een leuk stadje tegenover de grote stad.


Mooiste stad:
Marco:
Yogyakarta was voor mij de leukste stad. De mensen daar zijn (gevoelsmatig) rijker qua cultuur en omgang met elkaar, verfijnder is misschien het juiste woord. Een heel ontspannen stad, die overigens maar moeilijk z’n pareltjes prijsgeeft. Om Yogyakarta te waarderen moet je er echt langer dan 1 dag zijn. Er is gewoon te veel te zien. Niet alleen in de stad maar ook de omgeving is prachtig!

 
Marianne:
Vooropgesteld dat we maar een beperkt aantal steden hebben gezien, maar Yogya is heel bijzonder. Daar komt volgens mij ook omdat het een echte universiteitsstad is, waardoor er veel jonge mensen zijn. Er zijn ook veel eethuisjes en plekken waar mensen elkaar ontmoeten. De sfeer is relaxt. Aan de andere kant heb je ook het statige van de kraton, het paleis van de sultan, waardoor je als bezoekers met je neus op de eeuwenoude cultuur wordt gedrukt. Yogyakarta werd voor ons ook bijzonder vanwege de hartelijke ontvangst bij B & B Alamanda. Gastheer Frans had zijn strepen verdiend als manager op cruiseschepen en als gast word je hier echt in de watten gelegd, alsof je op een zessterrenboot zit. De vriendelijkheid van Richie maakt dat je er daar thuis voelt.





Wat maakte de meeste indruk:
Marco:
Jakarta door de hectiek en dynamiek, de leuke dingen die we gedaan hebben daar .
De Borobudur indrukwekkend heiligdom, ondanks de drukte van dagjesmensen en scholieren die hier verplicht naar toegaan en niet echt interesse hebben in het complex.
Yogyakarta de verfijning
Yoglo Restaurant Bu Rini in Salatiga midden in de sawah bij zonsondergang.
Bali, de mystieke deken die daaroverheen hangt.



Marianne:
De vuurvliegjes ’s avonds die over de sawah’s heen dwarrelen in Yogyakarta.
De ongelooflijke vriendelijkheid van alle mensen op Java en Bali. In Solo zag een vrouw mij een rol batik bekijken. Ze tikte op mijn arm en vroeg me haar te volgen. Van de drukke pasar dook ze een wirwar van steegjes in, terwijl Marco steeds verder achterop bleef omdat hij zich afvroeg waar we heen werden geleid. Ondertussen het zweet van haar hoofd vegend en sloffend op haar pantoffels, alle Indonesiërs lijken wel te sloffen – ze lopen niet graag, vandaar dat er zo’n scala aan vervoermiddelen is – kwamen we bij een prachtige winkel aan, uit koloniale tijd. Binnen was het alleen al schitterend om de ruimten te zien met kroonluchters, zwart-witte tegels op de vloer en houten lambrisering. We hebben er bijna een sprei van batik gekocht die we eigenlijk niet nodig hebben!
Of de eigenaar van het restaurant op Bali dat ons één voor één achter op de brommer naar het hotel terug bracht omdat hij wist dat we anders een half uur moesten lopen.



Waar we allebei ook veel bewondering voor hebben is voor de mensen die hun dromen daar verwezenlijken. Zoals Frans Kouwenhoven in Yogyakarta en Sjaak de Wit van B & B Casablanca in Salatiga, ook een geweldig leuke plaats en genoeglijk B & B voor 15 euro per nacht inclusief ontbijt dat Wisthi de Wit geheel naar je eigen voorkeur maakt.