We zijn nog geen vier dagen in Maleisiƫ en hebben het idee
dat we al weken onderweg zijn. Eigenlijk doen we teveel, dat weten we allebei.
's Avonds nemen we ons voor dat we de volgende dag rustig aan doen, eens gaan
zitten op een terras en gewoon een middag om ons heen kijken. Maar ja,
misschien kennen jullie ons en dat weet je het antwoord!
Dit is geen Europa!
Heerlijk is het om met een auto weg te rijden van Kuala Lumpur vliegveld. De weg is goed, de aanwijzingen zijn prima en de medeweggebruikers houden zich aan de regels. Een tinteling zit in de onderbuik; je rijdt hier toch maar in hartje Maleisiƫ. Aan weerskanten van de weg staan palmbomen en als we een vrachtwagen met durians (die grote stekelige vruchten) naderen, ruiken we al honderd meter van tevoren die indringende lucht. Dit is geen Europa!
Over highway 1 rijden we van de hoofdstad naar Cameron
Highlands. Een vaste pleisterplaats voor bezoekers aan Maleisiƫ. De man van
Avis adviseerde ons een bepaalde route en daar zijn we heel blij om. Kronkelend
gaat de weg omhoog en dan weer steil naar beneden.
Een enkele keer schrikken we ons een hoedje omdat een tegenligger zo gek is om in te halen op die smalle weg. Toeterend voegt Marco zich in het verkeer. Zijn Aziatische aard komt aardig naar boven in dit deel van de wereld. Waar ik luid schreeuwend protesteer tegen die waaghalzen, haalt hij nog maar eens zijn schouders op. Het ging toch goed?
Een enkele keer schrikken we ons een hoedje omdat een tegenligger zo gek is om in te halen op die smalle weg. Toeterend voegt Marco zich in het verkeer. Zijn Aziatische aard komt aardig naar boven in dit deel van de wereld. Waar ik luid schreeuwend protesteer tegen die waaghalzen, haalt hij nog maar eens zijn schouders op. Het ging toch goed?
Cameron Highlands
Na ruim drie uur rijden komen we in Tanah Rata aan, een lintbebouwing tegen de achtergrond van frisgroene bergen. Er zijn veel toeristen en daar is het stadje goed op voorbereid.
Deze stad valt nog mee, maar een stukje verderop ligt Birchang waar projectontwikkelaars de ene na de andere flat neerzetten. Over een paar jaar is er waarschijnlijk hier niet veel meer over van die oorspronkelijke schoonheid van de streek. 's Ochtends maken we een wandeling langs een theeplantage. Cameron Highlands is beroemd om de thee en ook om de aardbeien. Vogels fluiten, een salamander rent weg, de struiken met thee zijn als bolletjes groen om ons heen. Het is prachtig.
Na ruim drie uur rijden komen we in Tanah Rata aan, een lintbebouwing tegen de achtergrond van frisgroene bergen. Er zijn veel toeristen en daar is het stadje goed op voorbereid.
Deze stad valt nog mee, maar een stukje verderop ligt Birchang waar projectontwikkelaars de ene na de andere flat neerzetten. Over een paar jaar is er waarschijnlijk hier niet veel meer over van die oorspronkelijke schoonheid van de streek. 's Ochtends maken we een wandeling langs een theeplantage. Cameron Highlands is beroemd om de thee en ook om de aardbeien. Vogels fluiten, een salamander rent weg, de struiken met thee zijn als bolletjes groen om ons heen. Het is prachtig.
Georgetown
De volgende dag rijden we door naar het eiland Penang, waar we in Georgetown een hotel vinden. In de reisgids staat dat de meeste toeristen naar Penang komen. Je hebt er koloniale gebouwen, stranden en natuur.
Het is er ook een wirwar van straatjes, aan de plint hangen grote reclames voor de winkeltjes die van onder tot boven met koopwaar staan. Pas als je naar boven kijkt, naar de gevel, zie je hoe mooi de stad is.
Al lopend krijgen we een doel. Eten in 'The best seafood
restaurant in town'. Hongerig kijk ik naar de stalletjes waar allerlei
lekkernijen worden aangeboden voor weggeefprijsjes. Marco heeft zijn zinnen gezet
op vis en zet de pas erin. We lopen vervolgens op wegen waar geen voetgangers
mogen komen, althans dat maak ik op uit de gebaren van de bromfietsers die ons
tegemoet rijden.
Maar na een dik uur wandelen komen we bij het restaurant. Gesloten. Het ziet er leuk uit, nou ja, je kent die Aziatische restaurantjes wel met plastic stoeltjes, een soort tupperwarekommen op de tafel voor de soep. Een taxi brengt ons weer terug naar de bewoonde wereld ("zijn jullie helemaal uit Georgetown komen lopen?'’).
Eten bij een Food court
Bij een Food court hebben we uiteindelijk onze honger kunnen stillen. Vis met rijst, een salade die ik niet durfde te eten en bintang bier. Een goed concept trouwens: rondom een groot aantal tafels staan kraampjes waar je eten kunt bestellen. Je kunt ook bij verschillende kramen wat uitkiezen. Het eten komen ze vervolgens bij je tafel brengen en afrekenen. Wij waren voor drank en eten nog geen 12 euro kwijt!
Op naar pulau Banding
Eerder hadden bedacht dat we twee dagen in Georgetown zouden blijven, maar we beseften dat we natuur om ons heen wilden, geluiden van dieren. En zo trokken we dag vier er weer op uit: richting de Thaise grens naar pulau Banding midden in het Belum rainforest. Het schijnt dat hier neushoornvogels zijn, de Maleisische sun bear, olifanten, tijgers en neushoorns om maar wat te noemen. Ik heb ze nog niet gezien. Vanmiddag nemen we op het terras van dit ecohotel een glaasje van het een of ander (hebben ze drank?) en kijken uit over het meer.
We zitten!